Regio Nederrijn en Lek

Niets Hollandser sinds de zeventiende eeuw dan de boottocht over de wijde, winderige rivier onder de hemel van bolle wolken, de reis van niet meer hier naar nog daar, van de kade die men nog ziet naar de kade die men al ziet.

Gedicht: Alfred Kossman – Het veer van Ceuta

Onder deze regio vallen Schalkwijk, Tull en ’t Waal (gem. Houten) en Nieuwegein (Jutphaas en Vreeswijk).

Rond 12 voor Christus legde Drusus, de stiefzoon van keizer Augustus, een kanaal aan ten noorden van de Rijn. Tijdens de Bataafse opstand van 70 na Christus werd de dam van dit kanaal doorgestoken door Julius Civilis. De Leidse geograaf Philippus Cluverius (1580-1623) stelde in de 17de eeuw dat deze gebeurtenis ervoor heeft gezorgd dat de Lek is ontstaan. Voor de 10de eeuw hebben waarschijnlijk geen mensen in dit gebied gewoond.

In 1122 werd de Kromme Rijn afgedamd en kreeg de Nederrijn een doorlopende dijk. De vaarweg van de Kromme Rijn was daarmee ongeschikt geworden en werd vervangen door de Vaartsche Rijn. De Lek werd de nieuwe hoofdstroom. In het rampjaar 1672 werd de dijk van de Lek bewust doorgestoken om de Lopikerwaard onder water te zetten om zo te voorkomen dat de Franse troepen verder konden trekken.

In 1745 werd er begonnen met de aanleg van de Grebbelinie, een verdedigingslinie die liep vanaf de Grebbeberg tot de Zuiderzee. Tijdens de Eerste Coalitieoorlog werd de Grebbelinie voor het eerst gebruikt, maar zonder succes. In 1940 vond hier de Slag om de Grebbeberg plaats. Een Duitse legermacht probeerde door de Grebbelinie te breken van 11 tot 13 mei. Het Nederlandse leger vluchtte en op 14 mei capituleerde Nederland.   

Bron

Roland Blijdenstijn (2005). Tastbare Tijd, cultuurhistorische atlas van de provincie Utrecht - Provincie Utrecht.