Regio Gelderse Vallei

Onder deze regio vallen Achterberg (gem. Rhenen), Leusden, Achterveld, Hamersveld, Asschat, Renswoude, Stoutenburg, Overberg (gem. Utrechtse Heuvelrug), Veenendaal en Woudenberg.

Ontginningen kwamen in de Gelderse Vallei relatief laat op gang. Eeuwenlang werd het gebied geteisterd door overstromingen en andere wateroverlast. Rond 1130 begonnen de eerste geslaagde cope-ontginningen bij Hamersveld, maar pas in 1937 met de afsluiting van de Zuiderzee en de aanleg van het Valleikanaal werd de waterafvoer goed genoeg gereguleerd.

In de 12de eeuw namen de spanningen tussen het Sticht en Gelre toe. De bisschop van Utrecht besloot om langs de grens met Gelre strategische kastelen te bouwen. Hiervan zijn kasteel Ter Horst, kasteel Stoutenburg en kasteel Stifthorst goede voorbeelden.

Vanaf de 16de eeuw is er begonnen met het winnen van turf bij het dorp Veenendaal. Om de gewonnen turf te kunnen vervoeren naar Antwerpen, liet de Antwerpse burgemeester Gillebert van Schoonbeecke de Schoonderbeeksche Grift graven.

De wateroverlast in de Gelderse Vallei had ook een positieve kant. Het gebied was een ideale plek om een waterlinie aan te leggen. Tijdens de Tachtigjarige Oorlog (1568-1648) werd er begonnen met de aanleg van de Grebbelinie. Pas in 1741 was de aanleg voltooid.

Verstedelijking vond plaats vanaf de 18de eeuw met name in de steden Leusden en Woudenberg.

Bron

VVV over de Gelderse Vallei, kijk op: www.vvvvallei.nl

Roland Blijdenstijn (2005). Tastbare Tijd, cultuurhistorische atlas van de provincie Utrecht - Provincie Utrecht.