Bankiers uit Lombardije in het ‘Lombaardenhuis’ in Utrecht
Banken zoals wij die kennen, ontstonden in de Middeleeuwen. Bankiers uit Noord-Italië, uit de regio Lombardije, vestigden zich in de steden van West-Europa. Zij leenden geld uit tegen rente en vaak met een onderpand van de lener. En ze zorgden ook voor het transport van geld, via wisselbrieven. In Utrecht was vanaf 1260 zo’n ‘Lombaardenhuis’. Het bankierswezen was een familiebedrijf en veel bankiers stamden nog af van families uit Lombardije. Onder wie Johanna del Corne, bankhouder in Utrecht.
Johanna del Corne was de dochter van de Vlissingse bankhouder Matheus del Corne. Zij trouwde in 1613 met de Utrechtse bankhouder Daniel de Milan. Samen kregen zij zes kinderen, waarvan er drie jong stierven. In 1635 stierf Daniel de Milan. Johanna ging niet bij de pakken neerzitten, zij zette de bank voort met de zakenpartner van haar man. Op 4 december 1643 erkende het stadsbestuur van Utrecht Johanna en haar zakenpartner Paulo Emilio de Fareris als bankhouders van Utrecht.