Claesge wil scheiden in 1657
Een huwelijk ontbinden door een scheiding aan te vragen kan in Nederland sinds 1971. Hoe ging dat in het langere verleden? Voor 1971 moest men op z’n minst verwijtbaar gedrag van een partner (of beiden) aan kunnen tonen. Scheiden was in principe vanaf 1584 toegestaan, maar in praktijk ging dat toch niet zomaar. Als de plaatselijke rechtbank en kerkenraad al vonden dat een stel echt niet meer samen kon leven, was een scheiding van tafel en bed meestal het hoogst haalbare. Van wittebroodsweken tot rechtbank: dit is het verhaal van Claesge uit Utrecht en het begint bij haar huwelijk in 1635.
Claesge van Vollenhoven trouwde op 4 november 1635 in de Jacobikerk met schoenmaker Peter Specht. Claesge was de dochter van leerverkoper Gerrit van Vollenhoven en het ligt voor de hand dat Peter klant was bij haar vader. Na het huwelijk kwamen er kinderen en woonde het gezin in een huis aan de Lijnmarkt waar ‘De Gewassen Leers’ uithing. In 1649 benoemden zij voogden over hun kinderen voor het geval zij zouden overlijden: Claesge’s vader Gerrit en haar broer Willem. Vader Gerrit leek zijn schoonzoon te waarderen, want toen hij in 1652 zijn testament opmaakte, benoemde hij naast één van zijn zoons ook Peter Specht tot executeur-testamentair. De verstandhoudingen leken uitstekend.
Claesge stapt naar het gerecht
Maar op 10 september 1657 stapte Claesge naar het stadsgerecht van Utrecht, de lokale rechtbank. Ze vertelde dat haar man haar al jarenlang mishandelde, dat het steeds erger werd en dat ze niet meer bij hem kon blijven. Ze kreeg toestemming om wat kleding uit het huis mee te nemen en zocht elders onderdak. Ook vroeg Claesge echtscheiding aan waarbij ze haar inbreng in de gezamenlijke boedel en haar eigendommen terugeiste. Maar dat had heel wat voeten in de aarde! Peter Specht ontkende alles.