Corruptie en strijd: de Romeinen ruimen het veld
Corruptie en strijd om de troon kenmerkte het Romeinse Rijk in de derde eeuw. Het Rijk is zo gegroeid en uitgestrekt geworden dat het bestuurlijk onbeheersbaar was. Tegelijkertijd neemt de onrust in de grensprovincies hand over hand toe door het oprukken van Germanen. De huidige provincie Utrecht was hierin geen uitzondering.
In de tweede eeuw begon het Romeinse leger al troepen terug te trekken vanuit de noordelijke limes. Zij werden ingezet in de Dacische oorlogen in het Donaugebied. De noordgrens liep leeg en de verdediging ervan was sterk verzwakt geraakt. Romeinse troepen waren er niet genoeg om de grenzen van alle kanten te verdedigen. Daarom zette het leger Germaanse hulpsoldaten in. Zij vochten tegen mede-Germanen die de Romeinse provincies betraden om te plunderen en te roven. Omstreeks 240-250 krijgen de plunderaars ook een naam in Romeinse bronnen: ‘Franken’ (Germaans voor ‘onstuimigen’, ‘dapperen’) is de verzamelnaam voor diverse Germaanse stammen die het Romeinse Rijk last bezorgen.