De barmhartige Cunera en de jaloerse koningin
Prinses Cunera is met duizenden passagiers op de terugweg van een bedevaart naar Rome. Bij Keulen wordt het schip opgewacht door beruchte Hunnen. Die vermoorden het hele gezelschap. Cunera ontsnapt. Volgens een oude Utrechtse legende verstopt ze zich onder de mantel van koning Radbod en reist vervolgens met hem mee naar zijn kasteel in Rhenen. Daar leeft Cunera nog lang en gelukkig. Of toch niet? De echtgenote van de koning ergert zich mateloos aan de door iedereen geliefde Cunera.
Op het kasteel in Rhenen bouwt Cunera een nieuw leven op. Ze deelt mee in de weelde, maar blijft ook oog houden voor de armen. Zo deelt ze haar brood en verzamelt na een maaltijd het overgebleven eten voor de minder bedeelden. De barmhartige Cunera is geliefd bij iedereen. Alleen niet bij koningin. Zij ergert zich aan de populaire Cunera en probeert de ‘indringster’ op allerlei manieren het leven zuur te maken. Door haar te beschuldigen van diefstal bijvoorbeeld. Maar niets helpt om Cunera’s goede naam aan te tasten. Sterker nog, koning Radbod geeft Cunera meer macht dan de koningin. Dat is het moment waarop de koningin haar jaloezie niet meer kan bedwingen. Ze bedenkt een plan om van Cunera af te komen.
Paarden willen er niets van weten
Een nogal rigoureus plan: ze wil haar eigenhandig ombrengen. Ze kiest het moment zorgvuldig uit. Op 28 oktober 340, wanneer de koning met zijn mannen op valkenjacht is, moet het gebeuren. Dan besluipen de koningin en haar dienstmeid de geliefde prinses. Ze wurgen haar met de halsdoek die Cunera voor haar bedevaartstocht kreeg van haar ouders. Vervolgens begraven ze haar in de paardenstal bij het kasteel.
Als de koning terugkeert, zijn de paarden met geen mogelijkheid die stal in te krijgen. Maar dat wekt nog geen argwaan. Nadat de knecht een opmerkelijk tafereel in stal ziet, er branden kaarsen in de vorm van een kruis, wordt Cunera’s lichaam ontdekt. De koning is woedend. Er is geen twijfel mogelijk: de koningin is de schuldige. Als wraak laat hij haar martelen. Zo afschuwelijk dat de koningin krankzinnig wordt en zichzelf van een nabijgelegen berg stort.