De bevrijding van Nederland
De bevrijding van West-Europa begon op 6 juni 1944 met D-Day, de invasie in Normandië. In september 1944 volgde de bevrijding van het zuiden van ons land. In het oosten van ons land moesten Nederlanders daardoor tot april 1945 op hun vrijheid wachten en in het westen zelfs tot de Duitse capitulatie op 5 mei 1945. Wat volgde, wordt wel de ‘dolle dwaze zomer van 1945’ genoemd. Het zou nog enige tijd duren voordat het leven weer enigszins normaal werd.
Operatie Market Garden, gericht op de bruggen bij Nijmegen en Arnhem, was in september 1944 mislukt. Een winter lang bleef Nederland een gespleten natie, met een bevrijd zuiden en een hongerend noorden, waartoe ook de provincie Utrecht behoorde. Met de Duitsers was overeengekomen dat bommenwerpers vanuit Engeland voedsel mochten droppen voor de noodlijdende bevolking in het westen. Dit gebeurde vanaf 29 april 1945. Vlak voor de bevrijding, vanaf 2 mei, gingen de voedseltransporten ook via de weg. Canadese en Engelse trucks konden nu met voedsel de Grebbelinie passeren.