De Engelen van kasteel Amerongen
Een bewolkte ochtend in het stille dorp Amerongen op de Utrechtse Heuvelrug. Een lange grintlaan leidt naar een kasteelcomplex. Halverwege wordt langzamerhand aan de zijkant het echte kasteel zichtbaar, als een statig eiland van steen dat oprijst uit de slotgracht. Dit is niet het originele kasteel, maar het herbouwde kasteel, nadat het eerder in 1673 verwoest werd door de binnenvallende Franse troepen. In het nieuwe kasteel werden rond 1900 ook nog enkele kamers gemoderniseerd door de bekende architect Pierre Cuypers. De buitenkant is niet eens zo imposant, maar eenmaal over de brug, let wel: de bediendenbrug ónder de brug van de adel, komt de grandeur van het voormalige prinselijke en keizerlijke verblijf je tegemoet.
Op de benedenverdieping valt het nog mee, daar doen de dikke stenen muren en het robuuste hout van de deuren vooral denken aan een middeleeuwse vesting. Maar één etage hoger kom je ogen tekort om alle pracht en praal in je op te nemen. Wandtapijten, gebeeldhouwde trapleuningen en balustrades, metershoge draperieën bij elke doorgang, luxe meubelen, vazen met bloemen op hoogglanzende tafels, het kan niet op. Van dichterbij beschouwd, bijvoorbeeld in de salet, de salon die ook diende als balzaal, blijkt dat de grandeur toch ietwat aan luister heeft ingeboet in de loop der eeuwen. De vergulde stof van de wulps gevormde barokbankjes en -fauteuils rafelt hier en daar en soms hangen er zelfs hele lappen los neer. Het doet bijna pijn aan de ogen.