De exotische inrichting van Slot Zuylen
Ivoren kandelaars, zijden spreien, kokosnoten met zilverbeslag. Aziatische pracht en praal was ruim aanwezig in het interieur van Slot Zuylen, het zomerhuis van Hendrik Jacob van Tuyll van Serooskerken en zijn gezin. Hoe kwamen deze exotische voorwerpen terecht in Utrecht?
Azië in huis stond voor status, rijkdom en kennis van de wereld. Na de oprichting van de VOC in 1602 nam de import uit Azië een vlucht. Exotische kunst- en gebruiksvoorwerpen, specerijen en grondstoffen uit China, Japan en Indonesië vonden in grote hoeveelheden hun weg naar woonhuizen in het Westen. Er ontstond een voorliefde voor bijzondere materialen als porselein, lakwerk, ebbenhout, ivoor en zijde. Onder de westerse gegoede burgerij en aristocratie stond het voor goede smaak.
Status en rijkdom
Het is dan ook niet verwonderlijk dat de Aziatische pracht en praal niet voorbijging aan de 17e-eeuwse bewoners van Slot Zuylen. Azië had een prominente plek in de inrichting van het slot in die tijd. In de slaapkamer van Hendrik Jacob van Tuyll van Serooskerken stond onder meer een schrijftafeltje met flesjes Oost-Indische olie, een klein Indisch tafeltje, een Japanse wandelstok met zilveren knop en er hingen Japonse rokken (een soort comfortabele kimono’s).
Met de inrichting toonden de bewoners hun vooraanstaande maatschappelijke positie. Dat liet de familie Van Tuyll van Serooskerken bijvoorbeeld graag zien in het theekamertje met een uitbundige verzameling exotische voorwerpen. Daarin stond veel porselein, zoals thee-, koffie- en chocoladekopjes, schoteltjes en bloempotten, 123 stuks in totaal, zowel Chinees als Europees. Verder was het kamertje aangekleed met Chinese beeldjes, een parasol, twee Oost-Indische schilderijtjes, verlakte theedozen, kokosnoten met zilverbeslag, een Oosterse pijl-en-boog, een vergulde Oost-Indische doos, een parelmoeren bakje, ivoren kandelaars en nog meer ivoor.