De geschiedenis van station Driebergen
Tot 2020 werd volop gebouwd aan een splinternieuw station Driebergen-Zeist. De hele omgeving ging op de schop. De bouwput gunde archeologen een kijkje in het verleden. Een verleden dat teruggaat tot 17 juli 1846. Sinds die dag is spoorwegstation Driebergen een feit. Deze datum is een belangrijke markering voor de ontwikkeling van dorpen in de omgeving.
De ontwikkeling en groei van de dorpen Driebergen en Rijsenburg is te danken aan station Driebergen. Beide dorpen kwamen door het spoor in het dagelijks bereik van zeer welgestelde Amsterdammers, met name bankiers en renteniers. Zij lieten hier een ‘buiten’ bouwen waar zij met familie en vrienden hun zomers doorbrachten. En het waren niet alleen de rijksten die de heuvelrug ontdekten. Door de goede bereikbaarheid per trein bleek de bosrijke en glooiende omgeving van de Utrechtse Heuvelrug ook als een magneet te werken op mensen die een dagje uit wilden.
Hotel Woud en Bergoord
Tussen de Odijkerweg en het gloednieuwe station stond de boerderij van boer Woudenberg. Toen in 1846 vlak naast zijn deur het spoorwegstation Driebergen kwam te liggen, zag hij zijn kans schoon. In zijn voortuin bouwde hij een hotel: Woud en Bergoord. Door de strategische ligging naast het spoor deed het hotel goede zaken. In juli 2017 stuitten medewerkers van BAM bij de werkzaamheden rond het nieuwe busstation bij station Driebergen-Zeist op oud vloer- en muurwerk. Het waren de fundamenten van een vrij groot gebouw, minimaal 20 bij 30 meter. Aan de noordkant werden de muren gevonden van de keuken en een kelder. Al snel werd duidelijk dat het de resten waren van het in al 1913 gesloopte hotel.