Plaats delict Utrecht

De grootste homovervolging die Nederland ooit kende, in Utrecht

5 min

Via het luik in zijn kosterswoning had hij het met eigen ogen gezien. Gilles van Baaden die seks had met een andere man. Domtorenkoster Josua Wilts verklaarde dit tegenover de rechtbank in Utrecht. Het zou leiden tot de grootste homovervolging die Nederland ooit gekend heeft.

Wilts deed zijn verklaring waarschijnlijk in een poging om zijn eigen hachje te redden. Door overmatig drankgebruik dreigde hij namelijk in een verbeterhuis terecht te komen. Voor de rechtbank vertelde Josua Wilts op 12 januari 1730 dat hij zo'n zes maanden eerder twee mannen had betrapt terwijl ze seks hadden in de Michaëlskapel in de Domtoren. Door het hijsluik in zijn erboven gelegen kosterswoning had hij het samen met twee van zijn kinderen eens goed bekeken. Vervolgens had hij een eind aan de vertoning gemaakt door met een pistool naar beneden te schieten en daarna achter de kerels aan te gaan. Ondanks dit ferme optreden bleef de kapel in trek als cruisinggebied.

Serieuze beschuldigingen

De rechtbank nam de beschuldigingen zeer serieus. Al de volgende dag werden de mannen opgepakt. Eén daarvan, kalkdrager Gilles van Baaden, ontkende aanvankelijk maar bezweek onder de druk van de ondervragers. In de weken daarop volgden nog meer arrestaties van mannen uit alle sociale lagen: van knechten tot kooplieden. Van notarissen tot leden van het patriciaat.

In de daaropvolgende twee jaar werden zo'n driehonderd mannen vervolgd, waarvan er ongeveer tachtig ter dood werden veroordeeld.

De mannen ontmoetten elkaar op vaste plekken. In Utrecht was dat in en om de Domtoren, in de naastgelegen pandhof, op het Janskerkhof, het Vredenburg en op de stadswallen. Op 5 mei lichtte de Utrechtse rechtbank ook andere stedelijke en provinciale gerechten in, waarop arrestaties volgden in verschillende steden in de Republiek. In de daaropvolgende twee jaar werden zo'n driehonderd mannen vervolgd, waarvan er ongeveer tachtig ter dood werden veroordeeld. Onder hen waren minstens vijf Utrechters. Eén daarvan was de door de torenkoster verlinkte Gilles van Baaden. Hij werd op 31 maart 1730 gewurgd in de kelder van huis Hasenberg, dat tot het toenmalige stadhuis behoorde.

Sodomie bespreekbaar

Tot dan toe werd sodomie als een misdaad gezien die zo erg was dat er in het openbaar niet over gesproken werd. Dat de autoriteiten op de beschuldigingen ingingen, kwam mogelijk doordat rond die tijd voor het eerst een subcultuur ontstond van homoseksuele mannen. Ze vielen op door hun omvangrijke netwerken, eigen gedragscodes en vaste ontmoetingsplaatsen. Wat de ontdekking en vervolging vergemakkelijkte.

Blijkbaar was rond 1730 de tijd rijp dat 'sodomie' bespreekbaar gemaakt werd, waarop ook vervolging en berechting een rol ging spelen. Torenkoster Josua Wilts zorgde zo voor de sneeuwbal die een lawine werd. Veel homoseksuele mannen werden daarvan het slachtoffer. Zelf werd Wilts er niet veel wijzer van. Hij verdween voor de rest van zijn leven achter de deuren van een verbeterhuis in de Lange Nieuwstraat.

Dit verhaal is afkomstig uit de Canon van de stad Utrecht.

Aanvullende informatie