De Joodse kinderen van Tante Bep en Tante To
De zussen Bep (1897-1944) en To (1894-1980) Holst uit Driebergen ontfermen zich in de jaren voor het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog over kinderen met een zwakke gezondheid. In de bosrijke omgeving van Driebergen kunnen de kinderen aansterken en de zorg krijgen waar het ze thuis vaak aan ontbrak. In mei 1941 verhuizen Bep en To met de kinderen naar de Welgelegenlaan 29. De strategische ligging, aan de rand van het dorp grenzend aan het bos, zorgt voor beschutting tegen de bezetter. Bep en To nemen een moedig besluit: het tehuis gaat als dekmantel dienen voor de opvang van Joodse kinderen die bij aankomst een nieuwe identiteit krijgen. Lange tijd verloopt alles volgens plan, tot november 1943.
Voor de kinderen moet de noodzakelijke combinatie van een schuilnaam met een streng verbod op praten over hun ouders buitenshuis zwaar geweest zijn. Desondanks proberen Bep en To de jonge bewoners een zo normaal mogelijk leven te bieden. Spelen in het bos, samen psalmen zingen, voor iedereen een taakje in het huishouden. De oudere kinderen krijgen les van vertrouwelingen. Omdat Bep en To de kinderen structuur en perspectief bieden, ontstaat bij de oudsten een voorzichtig optimisme.