De mobilisatie van de Grebbelinie door kinderogen
Tegen het einde van augustus 1939 loopt de spanning in Nederland steeds hoger op door de dreiging uit het oosten. De kazernes in Nederland lopen leeg, veel van de soldaten worden gelegerd in de Grebbelinie. Als 9-jarige jongen is Johan Lagerweij in die tijd getuige van de mobilisatie in zijn geboortedorp Scherpenzeel, gelegen in de Grebbelinie.
Johan maakt veel mee van alles wat die mobilisatie met zich meebrengt. De laatste vrijdagmiddag in augustus loopt hij van school naar huis, maar het anders zo rustige dorp is bijna onherkenbaar. Het stinkt naar paarden, tuigen en zweet. Hij ziet kanonnen, mitrailleurs en andere geweren, en overal klinkt geschreeuw van soldaten. Eenmaal aangekomen thuis op de boerderij, blijken er al 22 paarden in de stallen en schuren te staan. Soldaten zijn druk bezig om de kanonnen en ander materieel onder te brengen en zelf moeten ze ook ingekwartierd worden. Om eten te kunnen halen, vorderen de soldaten het paard en de brik van de familie Lagerweij.