De Oude Hollandse Waterlinie
In het westen van de provincie Utrecht zijn op veel plaatsen de sporen van de Oude Hollandse Waterlinie te zien; van versterkte steden tot fortificaties langs dijken en rivieren. De Oude Hollandse Waterlinie kwam in het voorjaar van 1672 tot stand toen de Verenigde Nederlanden werden aangevallen door Frankrijk, Engeland, Münster en Keulen. De ontstaansgeschiedenis van de linie was chaotisch, en leidde er uiteindelijk toe dat steden als Utrecht, Woerden, Naarden en Oudewater door het Franse leger werden bezet.
Maanden voordat koning Lodewijk XIV van Frankrijk met zijn ruim 100.000 man tellende leger de Verenigde Nederlanden binnenviel besloten de Staten-Generaal om de buitengrenzen voor te bereiden op een invasie. Specifiek de moderne vesting Maastricht, de door Nederlandse militairen bemande versterkte steden langs de Rijn ten oosten van Nijmegen, en de IJssellinie. Deze linie zou zich uitstrekken vanaf de Rijn tot aan de Zuiderzee en bestaan uit een serie van inundaties (onder water gezette landen) en versterkte steden aan de IJssel zoals Doesburg en Zutphen.
Twijfel
In Holland werd echter getwijfeld aan de sterkte van deze lange en slecht bemande IJssellinie. In januari 1672 ontvingen de Staten van Utrecht een uitnodiging om in Den Haag te vergaderen over een Plan B: een waterlinie gebaseerd op oude maar nooit uitgevoerde plannen voor een ‘Stichts-Hollandse linie’. Hiermee zouden Holland en Utrecht worden verdedigd. Tijdens de vergadering in februari werd duidelijk dat er een tweede alternatief bestond: de Grebbelinie, al werd deze naam toen nog niet gebruikt. Na een urenlang overleg werd besloten de diverse mogelijkheden verder te onderzoeken.