Plaats delict Utrecht

De oude stadsrechtbank van Woerden

3min

In de goeie ouwe tijd staat de rechterlijke macht heel dicht bij de burger en worden criminele zaken behandeld door stadsrechtbanken. Dat gebeurt ook in Woerden. Voor zware zaken treedt de baljuw, namens de graaf of de koning, op als openbare aanklager.

In de periode 1669 tot 1811 vinden we in de archieven van het Regionaal Historisch Centrum Rijnstreek en Lopikerwaard 93 zaken waarin een dood-, lijf- of schandestraf wordt opgelegd. Gemiddeld is dat minder dan een keer per jaar. Zoiets is dus een grote uitzondering. Negentien maal wordt iemand aan de kaak (schandpaal) gesteld of moet met 'roeden om den hals' en een bord waarop de misdaad staat, door de stad lopen. Er is 78 keer sprake van langdurige verbanning, soms alleen uit de stad maar vaak uit Holland, Zeeland, Utrecht en West-Friesland.

Publieke geseling wordt 43 keer opgelegd, tegen vijftien keer een niet-publieke geseling in het Kasteel van Woerden. Veertien maal krijgt de veroordeelde een brandmerk met het stadswapen. Twaalf maal wordt een dader ter dood veroordeeld, meestal door ophanging of wurging. De rechtbank legt regelmatig een combinatie van straffen op, zoals geseling met brandmerken en daarna verbanning. De misdrijven die leiden tot deze straffen lopen uiteen van meervoudige moord, geweldpleging, inbraak heling en valsmunterij, tot aan hoererij en het plegen van homoseksuele handelingen.

Over het uitvoeren van de doodstraf en publieke geseling gaat het verhaal dat dit plaatsvindt vóór het stadhuis. Er blijkt echter maar één zaak te zijn waarin een ophanging voor het stadhuis wordt geëist. Of dat ook gebeurt, vertelt het vonnis niet. Vrijwel altijd staat wel in een dood- of geselvonnis dat de verdachte wordt 'geleid ter plaatse daar men gewoon is de publijcke Criminele Justitie te administreren ende aldaar gestraft te worden'. Het gaat hier om een speciaal terrein dat zich even buiten de stad bevindt, aan de huidige Leidsestraatweg. Daar is ook het galgenveld.

In het vonnis staat soms ook dat, na het voltrekken van de doodstraf, het lijk langdurig ten toon wordt gesteld 'ten prooi aan den wilde vogels'. Beteugelen de lijf- en schandestraffen de criminaliteit? Niet echt want met enige regelmaat komen oude bekenden weer voor het gerecht. De laatste doodstraf alhier wordt in 1805 voltrokken. Vier jaar later kan ook het geselwerktuig worden opgeborgen.

Geschreven door Niek de Kort Stichts-Hollandse Historische Vereniging

Extra info