De oude stadsrechtbank van Woerden
In de goeie ouwe tijd staat de rechterlijke macht heel dicht bij de burger en worden criminele zaken behandeld door stadsrechtbanken. Dat gebeurt ook in Woerden. Voor zware zaken treedt de baljuw, namens de graaf of de koning, op als openbare aanklager.
In de periode 1669 tot 1811 vinden we in de archieven van het Regionaal Historisch Centrum Rijnstreek en Lopikerwaard 93 zaken waarin een dood-, lijf- of schandestraf wordt opgelegd. Gemiddeld is dat minder dan een keer per jaar. Zoiets is dus een grote uitzondering. Negentien maal wordt iemand aan de kaak (schandpaal) gesteld of moet met 'roeden om den hals' en een bord waarop de misdaad staat, door de stad lopen. Er is 78 keer sprake van langdurige verbanning, soms alleen uit de stad maar vaak uit Holland, Zeeland, Utrecht en West-Friesland.
Publieke geseling wordt 43 keer opgelegd, tegen vijftien keer een niet-publieke geseling in het Kasteel van Woerden. Veertien maal krijgt de veroordeelde een brandmerk met het stadswapen. Twaalf maal wordt een dader ter dood veroordeeld, meestal door ophanging of wurging. De rechtbank legt regelmatig een combinatie van straffen op, zoals geseling met brandmerken en daarna verbanning. De misdrijven die leiden tot deze straffen lopen uiteen van meervoudige moord, geweldpleging, inbraak heling en valsmunterij, tot aan hoererij en het plegen van homoseksuele handelingen.