De overval op de Oostpoort in Vianen
In 1482 was de strijd tussen Utrecht en Holland flink opgelaaid. Utrechtse vluchtelingen en bannelingen zochten in Vianen een goed heenkomen. Utrecht was op zoek naar mogelijkheden om Vianen daarvoor af te straffen. Op de derde zondag voor Pasen in 1482 stond een overval gepland.
In Vreeswijk stond een afdeling van 300 ruiters klaar om Vianen te overvallen. Onder leiding van ritmeester Vincent van Swanenburg wachtte men op een seintje van Gijsberg van Baest uit Vianen. Gijsbert was door Walraven II van Brederode en heer van Vianen aangesteld als dijkgraaf, maar was op de hand van Utrecht.
Het verraad
Gijsbert had die avond dienst als nachtwaker bij de Oostpoort aan het einde van de Langendijk in Vianen. Hij had een paar handlangers bij zich die zich verkleed hadden om niet al te veel argwaan te wekken. Sommigen zagen eruit als vrouw of bedelaar. Zo leek het gewoon een troepje volk bij de poort. Laat in de avond gaf dijkgraaf Gijsbert met een vuursignaal aan dat de ruiters vanuit Vreeswijk konden oversteken. Met ladders en touwen klommen er een paar over de muur en werd de Oostpoort geopend.
De schout die op het rumoer afkwam, zag wat er aan de hand was en sloeg alarm. Een aantal burgers greep naar de wapens, maar moest het tegenover deze overmacht met de dood bekopen. De overvallers marcheerden over de Voorstraat met slaande trom en gestoken trompetten. Ze bezetten het stadhuis en de Landpoort.