De paap op Den Ham
"De pastoor van Bunschoten Jacob Moy is elke dag dronken, dobbelt en ruziet. De Maartendijkse paap Willem Laurensen had vroeger een bordeel in de stad Utrecht, pastoor Cornelis Petri van Maarssen biedt voor de grap zijn concubine ter overname aan". Dit stond vermeld in het verslag van een Utrechts onderzoek uit 1593 naar de vestiging van het protestantisme in het gewest. Hoe ging het daarmee, dertien jaar na de afschaffing van de katholieke eredienst?
Wat blijkt? Het protestantse avondmaal met preek en psalmgezang trekt maar weinig bezoekers. Meer dan de helft van de kerken in het gewest heeft nog steeds altaren en heiligenbeelden. Veel voorgangers noemen zich wel predikant, maar schikken zich naar de wens van het kerkvolk en dopen, trouwen en begraven volgens de paapse ceremoniën. De oude pastoor van Kamerik blijft Maria Lichtmis vieren, maakt nog steeds het kruisteken en verkoopt wijwater. Duidelijk is dat de toetreding tot het nieuwe geloof in het gewest Utrecht maar moeizaam verloopt.
De katholieke illegaliteit
De onderzoekers signaleren rondtrekkende priesters in het gewest. Deze missionarissen houden na de afschaffing van de katholieke eredienst in het geheim hun kerk in leven. Protestantse predikanten ondervinden hier veel last van. Zo klaagt de Vleutense predikant Floris Gerritsen tevergeefs dat jonker Utenham een paap onderhoudt die niet alleen diens kinderen in de katholieke leer onderricht maar ook de Vleutenaren weet weg te houden van de ware leer. Die jonker is Johan van Wanroy Utenham (1565-1631) die inderdaad een missionaris onderdak biedt op zijn kasteel den Ham. De priester heeft er een schuilkapel om de mis te lezen en van daaruit de zielzorg in Vleuten te organiseren. Een Maria-drieluik van 1610, te zien in het Catharijneconvent toont deze adellijke familie en de missionaris.