Romeinen en de Limes in Utrecht

De Romeinse limes bij Utrecht

6 min

Het Latijnse woord limes betekent oorspronkelijk pad tussen twee akkers of akkergrens. Ook is het een aanduiding voor een heerbaan, zoals een langeafstandsweg wordt genoemd in veroverd gebied. Deze heerbanen verbinden militaire steunpunten met elkaar. De Neder-Germaanse limes was zowel een heerbaan als een akkergrens, maar uit recent onderzoek blijkt dat de limes langs de Rijn vooral diende als een belangrijke doorvoerroute.

Rond het begin van onze jaartelling liep de Romeinse frontlinie dwars door het gebied dat tegenwoordig bij de provincie Utrecht hoort. Het was militair terrein. De grens van het door de Romeinen veroverde gebied werd gevormd door de belangrijke rivieren van toen: de Nederrijn, Kromme Rijn en de Oude Rijn. Deze waterloop was een uitstekende waterweg waarover materialen en militairen snel vervoerd konden worden. Langs het water liep een ‘via militara’, een langeafstandsweg. Dit maakte de rivier voor de bezetters dé verkeersader vanaf de Zuid-Duitse Vinxtbach naar de Noordzee.

“De Rijn is de grens van ons imperium, tot aan de Oceaan. Daar wonen de Frisii, met nederzettingen rondom grote en ondiepe wateren. Wij zijn zelfs de Noordelijke Oceaan opgevaren, waar volgens geruchten de Zuilen van Hercules zijn. Drusus Germanicus had de moed van een ware ontdekker. Hij ging tot de uiterste grenzen van de bewoonde wereld. Maar na hem heeft niemand meer geprobeerd om de geheimen van Hercules te ontfutselen”.

- Publius Cornelius Tacitus, vertaald door Ron van Dopperen, in: Provincie Utrecht. Literaire reis langs het water, Stichting Achterland Zeist, 2000, p. 21.

Keizer Claudius legt zich erbij neer dat hij zijn rijk niet verder naar het noorden zal uitbreiden. In plaats daarvan laat hij de grens versterken.

Linies der verovering en onderwerping

Keizer Augustus en zijn opvolgers doen verschillende pogingen om vanaf deze Rijnlinie Germaanse stammen in het noorden te onderwerpen. Een lint van legerplaatsen werd vanaf Augustus’ regeringstijd aangelegd langs de Rijn. Binnen het gebied van de provincie Utrecht was het legerkamp ‘Fectio’ (Vechten) het vroegste en grootste legerkamp. Fectio was echter, in vergelijking met het legioenskamp in Nijmegen, een bescheiden fort.

De Rijn was ook van groot belang als doorvoerroute bij de voorbereiding van de verovering van Brittania (Engeland). Dit speelde in de tijd van de keizers Caligula (37-41) en Claudius (41-54). Het Castellim Laurum in Woerden dateert mogelijk nog uit de tijd van Caligula.

Onder keizer Claudius krijgt de Rijnlinie de status van rijksgrens. Deze scheidt de Romeinse provincie Germania Inferior (Neder-Germanië) van het vrije Germanië. De keizer legt zich erbij neer dat hij zijn rijk niet verder naar het noorden zal uitbreiden. In plaats daarvan laat hij de grens versterken, ter bescherming tegen aanvallen van Germaanse stammen. Naar aanleiding hiervan verrijzen er meer legerkampen langs de grens, bij Utrecht en Vleuten-De Meern. Na de Bataafse Opstand in 69-70 komen er zeker nog twee castella bij: Levefanum (Rijswijk) en – vlak buiten de huidige provinciegrens – Mannaricium (Maurik).

De strijd tegen het water

De Romeinen streden echter niet alleen tegen de Germaanse stammen, maar ook tegen het water. Delen van de weg en de castella lijden onder de vele overstromingen van de zich steeds verleggende rivier, houten kadewerken brokkelen af en gebieden lopen onder water. De infrastructuur van de limes zijn rond het jaar 90 in verschillende fasen gerepareerd en versterkt: De weg is opgehoogd en verhard en er zijn bruggen gebouwd over onbegaanbaar terrein. De Romeinen zijn zeer ingenieus aan het werk geweest met hun belangrijkste route!

De infrastructuur is rond het jaar 90 in verschillende fasen gerepareerd en versterkt: de weg is opgehoogd en verhard en er zijn bruggen gebouwd over onbegaanbaar terrein.

Extra controleposten langs de limes werden gebouwd, van waaruit de soldaten het verkeer op de Rijn in de gaten kunnen houden. De torens liggen op zichtafstand tussen de castella, de legerkampen. Zo konden de patrouillerende soldaten onderling signalen uitwisselen. Binnen de provincie Utrecht zijn recente resten van uitkijktorens gevonden, onder meer bij Vechten en Leidsche Rijn, maar mogelijk zijn bij Rhenen en Amerongen ook wachtposten geweest.

Meer met minder?

Steenbouw was de volgende stap. Eind tweede en begin derde eeuw beginnen grootscheepse verbouwingen in steen, zowel aan de castella als aan de tussenliggende wachtposten. Deze verbeteringen en verstevigingen aan de infrastructuur en de communicatielijnen van de limes bewijzen dat de Romeinen de Rijngrens met minder manschappen wilden gaan controleren en verdedigen. De Dacische Oorlogen in het Donaugebied in de jaren 101 tot 106 onttrokken al een groot deel van de troepen aan de limes. Ondanks deze inspanningen slaagden Germaanse invallers er in de vierde eeuw toch in om meer vat te krijgen op het noordelijke grensgebied.

Bronnen en meer lezen

Op Romeinen.nl vind je meer over de Romeinse Limes, zoals er-op-uit tips en historische informatie over de Romeinen in Utrecht, Woerden, Vechten en Wijk bij Duurstede.

Aanvullende informatie