De slag om Westbroek
Een Hollands leger van ruim vierduizend man deed het dorpje Westbroek aan. Op hun doortocht richting Utrecht lieten zij op 26 december 1481 bijna niets heel van het dorp. Op stel en sprong zetten woedende opstandelingen uit de stad Utrecht, inclusief de burgemeester, een tegenaanval in. Een bloederig slagveld was het gevolg.
Al moordend en brandstichtend trokken de soldaten door Westbroek. De troepen spaarden alleen kraamvrouwen en doodzieke inwoners. Verder kon niemand rekenen op genade. Vanuit de wijde omtrek zag men de vlammen die Westbroek in de as legden. De angst sloeg toe. In Utrecht luidde men de noodklok. Daarop zette een grote groep inwoners van de stad de tegenaanval in. Een woedende menigte maakte zich op voor een confrontatie met deze indringers. Men schrijft over vijfduizend man die in wanorde de poorten uitstormden op weg naar Westbroek.