De slag op Lakerveld tussen Gorcum en Vianen
De relatie tussen Gorcum, waar de heren van Arkel de scepter zwaaiden, en Vianen is in de Middeleeuwen nooit erg hartelijk geweest. In 1388 sloeg de vlam in de pan. ’Uit een geringe oorzaak ontstond een grote oorlog’, weet een kroniekschrijver ons te melden.
Vier rijke Gorcumers die voor zaken in Utrecht waren, keerden op de laatste dag van april 1388 huiswaarts. In een herberg in Vianen bleven zij op uitnodiging eten. Daar spraken ze met een Meerkerker die hen toestemming gaf om een meiboom te kappen in zijn tuin.
Dat deden de Gorcumers dan ook toen zij in Meerkerk waren. De vrouw des huizes geloofde de toezegging van haar man niet en zet het op een schreeuwen. Boeren kwamen vervolgens aangesneld, gewapend met alles waarmee je rake klappen kon uitdelen. Twee Gorcumers werden doodgeslagen. De andere twee wisten te ontkomen. Heer Otto van Arkel en zijn zoon Johan waren des duivels. Ze eisten van de heer Hendrik van Vianen dat de daders gestraft zouden worden. Dat gebeurde niet. Otto van Arkel verklaarde daarop de oorlog aan Vianen, waartoe Meerkerk behoorde.
Heer Otto stuurde boden naar het Land van Vianen, met uitzondering van Meerkerk, en naar het met Vianen verbonden Ameide. De boden lieten de inwoners weten dat ze drie dagen de tijd kregen om met hun vee een goed heenkomen te zoeken. Na drie dagen trok jonker Jan van Arkel inderdaad het Land van Vianen binnen. Meerkerk werd in brand gezet.