De slavernijgeschiedenis van de Vechtstreek in vogelvlucht
Sinds de zeventiende eeuw bestaat er een historische relatie tussen Breukelen en het New Yorkse Brooklyn. En daarmee tussen de Utrechtse Vechtstreek en de koloniale geschiedenis. Maar deze relatie gaat dieper dan alleen een overeenkomende naam. De Nederlandse slavenhandel was onlosmakelijk verbonden met de plantage-economie van de koloniën. Hetzelfde gold voor de rederijen en kredietverstrekkers. Het profijt voor welvarende Nederlanders was groot. Men liet er bijvoorbeeld buitenplaatsen van bouwen.
Hieronder volgt in vogelvlucht de slavernijgeschiedenis van enkele buitenplaatsen in de Utrechtse Vechtstreek.
Slot Zuylen
Slot Zuylen werd rond 1750 verbouwd met geld uit de koloniën, mede verdiend door slavenhandel en -arbeid. Het fortuin van de familie Van Tuyll van Serooskerken – de bewoners van Slot Zuylen – was gebaseerd op koloniale fundamenten. Ook de erfenis van schrijfster Belle van Zuylen werd voor een groot deel geïnvesteerd in koloniale compagnieën.