De stadsrechten van Hagestein
Het verhaal achter de stadsrechten van Hagestein is er een van strijd, machtspelletjes en economische belangen. Hoewel de gedroomde machtspositie uiteindelijk voor Hagestein niet was weggelegd, kan juist de snelle opkomst en neergang ons veel vertellen over het Utrecht van de late Middeleeuwen. Wat is er precies gebeurd?
Op dinsdag 11 november 1382 verleende Otto, heer van Arkel, op verzoek van ‘ons gemeyn lants des schependoms van Hagesteyn’ stadsrechten aan ‘onsen gerechte tot Hagesteyn, onsen poorteren ende allen onsen ondersaten die nu ter tijt … in den schependom van Hagesteyn woonachtich sijn’. Het handvest is vrijwel gelijk aan dat van Leerdam en Gorinchem, die op dezelfde dag stadsrechten van Otto kregen. De heren van Arkel breidden in de loop van de 14de eeuw hun macht vanuit het kerngebied rond de Linge bij Gorinchem uit in de richting van de Lek. Hagestein zou een belangrijke concurrent moeten worden van het ernaast gelegen Vianen. Vanuit Hagestein was het bovendien mogelijk de scheepvaart over de Lek controleren.