De touwindustrie van Oudewater ontwikkelt zijn eigen WAO
Aan het begin van de 18de eeuw ging het steeds slechter met de touwindustrie in Oudewater. Er werden minder zeeschepen gebouwd en dus er was minder vraag naar touw. Dat betekende ook dat er minder te verdienen was voor de lijndraaiers. Als gevolg daarvan werd de 'lijndraaiersknechtsgildebeurs' opgericht - een soort WAO arbeidsongeschiktheidsverzekering avant la lettre.
Omdat Oudewater een vestingstad in de Hollandse Waterlinie was geworden, mochten de lijndraaiers niet meer op de wallen werken. Oudewater was er altijd zo trots op geweest dat ze alleen de beste kwaliteit touw leverden, maar goed is ook duur. De klanten wilden liever goedkoper touw. En dus liepen de inkomsten steeds verder terug.
De touwslagersbazen hadden nog wel wat reserves voor slechte tijden, maar de knechts niet. Geen werk, geen loon en dus geen brood. Ziek? Dan ook geen loon. In dit soort gevallen waren het sinds de middeleeuwen vaak de gildes die opkwamen voor het welzijn van de ambachtslieden. Zo ook in Oudewater: het lijndraaiersgilde en het stadsbestuur begrepen dat er wat moest gebeuren. 'De tijden zijn slecht', noteerden ze, en dus konden de knechts zelf niet genoeg sparen voor als ze ziek werden.