De unieke werfkelders van Utrecht

4 min

Heb je je ooit afgevraagd waarom je zo hard moet trappen als je over een brug op de Oudegracht fietst? Hoe kan dat? De bruggen in Utrecht liggen op hetzelfde niveau als het wegdek, dus dat kan het niet zijn. En als je bedenkt dat de grachten ontstaan zijn uit de oude rivierloop van de Rijn, dan zou je verwachten dat de gracht juist lager ligt dan de straten. Dus waarom moet je je toch in het zweet trappen? En ooit gedacht dat door dit hoogteverschil de bijzondere werfkelders van Utrecht ontstaan zijn?

Het straatniveau van de Oudegracht ligt behoorlijk hoger dan het omringende gebied. De verklaring is simpel: dit komt omdat de Utrechters droge voeten wilden houden. Ze waren bang voor overstromingen. De Rijn, die via de Oudegracht door Utrecht liep, stroomde na het bouwen van de dam bij Wijk bij Duurstede in 1122 weliswaar niet meer zo vaak over, maar het gebeurde nog wel. In 1173 was er nog een overstroming die de straten blank zette. De overstromingen stopten pas na het bedijken van de Rijn en de Lek in de 13de eeuw.

De ophoging

De oevers waren oorspronkelijk wel zo'n vijftig meter breed. Het gebied tussen de Steenweg en de Oudegracht was zo’n oever, die al rond 700 de “Stathe” genoemd werd, wat “strand” of “oever” betekent. Toen het waterpeil redelijk constant bleef, werden steeds meer huizen vlakbij het water gebouwd. De oevers werden opgehoogd. De benodigde grond (klei, zand) was over van het graven van de grachten en de Vaartse Rijn, maar werd ook van buiten de stad gehaald.

Een slimme oplossing

Door de ophoging van de oevers lagen de huizen een stuk hoger dan de gracht. Er waren schuine oevers naar het water ontstaan. Als er boten werden gelost, dan werd de lading naar boven gesleept naar de huizen. Daar werd de lading in de kelders opgeslagen – dus weer naar beneden gebracht. Vanaf het einde van de 12de eeuw bedachten enkele mensen dat dit slimmer kon. Er werd een tunneltje van de oever naar de kelder gegraven, zodat de lading gelijkvloers vervoerd kon worden.

Deze tunnels werden in de loop der tijd steeds breder, net zo breed als het bijbehorende huis. Nu konden de spullen ook in de tunnel worden opgeslagen. En de spullen moesten worden beveiligd tegen diefstal, dus er werd een hek omheen gezet. Het hek werd een muur, en in de muur kwamen vensters voor het licht. Dit leidde tot werfkelders die direct bereikbaar zijn vanaf de oevers. Deze ontwikkeling is al in de late twaalfde eeuw begonnen.

En wie betaalt?

De Utrechters konden zich deze dure verbouwingen veroorloven. Van de 12de tot de 14de eeuw was Utrecht één van de belangrijkste haven- en marktplaatsen van de Noordelijke Nederlanden. Er waren veel internationale bankiers die voor de financiering konden zorgen. Er was een grote vraag naar opslagruimte, vooral door de wijnhandel, en de werfkelders maakten het lossen van de handelswaar een stuk makkelijker. Uiteindelijk werden er honderden gebouwd - er zijn nu nog 732 werfkelders.

Niet diep maar hoog!

Je kan dus zeggen dat in Utrecht de grachten niet diep liggen, maar dat de straten eromheen zo hoog liggen. De binnenstad ligt vier tot vijf meter boven het zeeniveau, terwijl het gebied net buiten de binnenstad er niet meer dan twee meter boven ligt. Door slim gebruik te maken van het hoogteverschil zijn de werfkelders ontstaan en hebben de grachten nu zo’n bijzonder karakter. Misschien iets om te overdenken, als je op een zonnig terras op de werf een wijntje drinkt.

Geschreven door IJbeling Hartog Schrijfteam UtrechtAltijd Ontdek alle verhalen van deze schrijver

Bronnen

Bruijn, M. W. J. ., & Dam, H. (1995). Utrecht aan de werf. Utrecht: Matrijs.

Kam, R. . (2017). De kleine geschiedenis van Utrecht voor dummies.

BouwgeschiedenisUtrecht,nl, Bouw van Utrecht, de werven, via: http://www.bouwgeschiedenisutrecht.nl/project/werven/

CanonvanNederland.nl, Canon van de stad Utrecht, De werven aan de Oudegracht, via: www.entoen.nu/nl/utrecht/stad/de-werven-aan-de-oudegracht

Aanvullende informatie