De Tweede Wereldoorlog in Utrecht

De Utrechtse jaren van Dr. Johan Brouwer

5min

Johan Brouwer had voordat hij in Utrecht kwam wonen al het nodige meegemaakt in zijn leven dat je op zijn minst opmerkelijk kunt noemen. Ook het eind van dat leven zou afwijken van wat de meesten doormaken. Wie was hij, wat betekende de stad Utrecht voor hem en waarom werd er in 1953 een gebrandschilderd raam voor hem in de Nicolaïkerk aangebracht?

Johan Brouwer (1898 - 1943) kwam uit een doodeenvoudig Delfhavens orthodox-protestants gezin. Hij mocht als begaafde bolleboos doorleren. Op de zendelingenschool raakte hij in een geloofscrisis, en sloeg een andere weg in: studie van Oosterse Talen in Leiden. Als boemelstudent met een losse levensstijl raakte hij daar in schulden. Samen met zijn broer beraamde hij toen een bankoverval. Degene die de wapens verschafte leverde echter een chantagerisico op. De broers ruimden hem uit de weg in 1921, maar werden opgepakt en Johan kreeg acht jaar gevangenis. Op advies van de gevangenispsychiater stelde hij zichzelf in de cel een doel en ging Spaans leren.

Oorlogsvrijwilliger

Vrijgekomen na zes jaar voltooide hij in Groningen deze studie en was hij hispanist. Ettelijke boeken en studies over de Spaanse cultuur en geschiedenis volgden, waaronder zijn proefschrift over de door hem bewonderde Spaanse mystiek uit de 16de eeuw. Hij bekeerde zich tot het katholicisme. Bekend werd hij door ooggetuigenverslagen en beschouwingen in de pers over de Spaanse Burgeroorlog en als auteur van diverse Spaanse romans. Zijn politiek engagement, eerst als rechtse aanhanger van Franco, later overgestapt naar de linkse Republikeinen, bracht hem tot in de loopgraven van beide kampen. Op zijn bureau prijkte als souvenir een voor zijn neus ontplofte granaat.

Utrecht

Een vaste universitaire aanstelling was niet voor hem weggelegd vanwege zijn verleden als veroordeeld misdadiger. Ondanks het ontbreken van een verklaring van goed gedrag kreeg hij toch een betrekking als leraar Frans op de Utrechtse Gemeentelijke Middelbare Handelsdagschool en  ging in 1939 op kamers wonen op de Abstederdijk. De leerlingen waren gek op de nieuwe leraar, die boeiend over zaken als occultisme en reïncarnatie uitweidde. Gelukkig gaf hij op tijd de officiële stof letterlijk aan (“let nu goed op”!). Je moest wel een sufferd zijn als je dan geen voldoende haalde.

Heden geen spreekuur

Johan, inmiddels getrouwd, verhuisde naar de Tolsteegsingel 37bis. Ze hadden een prachtig uitzicht op de gracht, het Tolsteegplantsoen, en het dak met de torens van de Nicolaïkerk. Hier schreef  Johan onder pseudoniem Johannes Geerlinck in 1942 zijn laatste roman Heden geen spreekuur, het verborgen leven van een oude stad. In het misdaadverhaal speelt de binnenstad van Utrecht, weliswaar zonder exacte plaatsaanduiding, een wezenlijke rol. De dromerige grachten bij  lantaarnlicht, de oude donkere huizen, de stegen en sloppen, en vooral het geheimzinnige labyrint van de werfkelders zijn het symbool voor verscholen werkelijkheid. Het bestaan daarvan was voor Johan een feit. Daarnaast is de roman is ook een zelfonderzoek: de optredende personen zijn afsplitsingen van Johan zelf en raken in gesprek met elkaar. De een heeft in de gevangenis gezeten, de ander onderzoekt het bovennatuurlijke, een volgende heeft Spanje bereisd.

Het einde

Johan Brouwer was in de oorlogstijd betrokken bij het kunstenaars- en studentenverzet. Hij was een bezield spreker die in hun kring opriep tot gewapend verzet. Zelf probeerde hij enige malen met gedachteoverdracht Duitse jachtvliegers van Soesterberg er toe te brengen hun toestel neer te laten storten. Johan sloot zich aan bij de verzetsgroep die een aanslag voorbereidde op het bevolkingsregister in Amsterdam. Vanuit Utrecht organiseerde hij onder andere een deel van de benodigde springstof. Na de gedeeltelijk geslaagde aanslag op 27 maart 1943 werd de groep al snel opgepakt en in een showproces ter dood veroordeeld. In de vroege ochtend van 1 juli 1943 werden Johan en de anderen door de Duitsers in de duinen van Overveen doodgeschoten.

Tien jaar later werd op initiatief van zijn vrouw in de zuidelijke wand van de Nicolaïkerk een groot  gebrandschilderd raam geplaatst ter nagedachtenis aan haar man. Afgebeeld is de wonderbare visvangst uit de bijbel waarbij Jezus onder andere Johannes oproept zijn netten in de steek te laten, hem te volgen,  en “visser van mensen” te worden.

 

Bronnen

- Henrichs, Hendrik: Johan Brouwer, zoeker, ziener en bezieler, een biografie (1989).
- Paap, Wouter, Literair leven in Utrecht tussen de beide wereldoorlogen (1970).
- De Utrechtse Boekhouder, tijdschrift voor Utrechts literair erfgoed, 6 (2016), 1 e.v. en 18 (2017), 12 e.v.

Geschreven door Peter van Walstijn Schrijfteam UtrechtAltijd Ontdek alle verhalen van deze schrijver

Extra info