De 'Wegh der Weegen': de Amersfoortseweg in Utrecht
Met de aanleg van een kaarsrecht traject van 11 kilometer lang en 60 meter breed tussen De Bilt en Amersfoort kreeg Utrecht in 1652 haar eerste ‘snelweg’. Dit was nog nooit vertoond. Hij werd dan ook de ‘Wegh der Weegen’ genoemd. Ontwerper was de beroemde Jacob van Campen, architect van onder andere het Paleis op de Dam. Later stond deze weg model voor de Champs d'Élysées in Parijs en Unter den Linden in Berlijn.
Door het lege heidegebied tussen Amersfoort en Utrecht liep al sinds de Middeleeuwen een weg. In het midden van de 17de eeuw besloten de Staten van Utrecht dat er een nieuwe, brede verbinding zou moeten worden aangelegd. De strijd met Spanje was voorbij, de economie bood positieve vooruitzichten. De stad Utrecht wenste al jaren een goede verbinding met de Eem, Amersfoort stond vierkant achter een nieuwe weg. Deze zou niet alleen een verkeersader worden, maar ook zouden langs de verbinding buitenplaatsen worden aangelegd. Zo werd het landschap verfraaid, de woeste gronden ontgonnen en zouden rijke investeerders naar de streek worden gelokt.
Geen tweede lustwarande
Er werd een kaarsrecht tracé uitgezet, gebruik makend van de bestaande hoogteverschillen. De weg werd voor die tijd enorm breed, meer dan zestig meter. Gunstige belastingmaatregelen moesten mensen lokken om op de uitgezette kavels huizen te bouwen. Jasper Schade, raadslid uit Utrecht, bouwde als eerste de buitenplaats Zandbergen. De gehoopte navolgers kwamen niet: er brak oorlog uit, de economie begon te kwakkelen en zeker na het Rampjaar 1672 sloeg de stemming om. Daarnaast bleek de weg koud en winderig in de winter en stoffig in de zomer.