De verzetsdaad van Truus van Lier
In een klein verborgen zakje in haar geruite mantel paste precies een revolver. Daarmee ging de 22-jarige verzetsstrijdster Truus van Lier op vrijdag 3 september 1943 op pad om een belangrijke opdracht te vervullen. Ze stapte op haar fiets voor de ultieme verzetsdaad: het uitschakelen van Kerlen, een belangrijke NSB’er.
Een vrolijke, intelligente meid met een sterk karakter. Zo omschrijft Truus’ oudere zus Wilhelmina haar in een naoorlogs interview. Truus van Lier wordt op 22 april 1921 in Utrecht geboren. Ze groeit op aan de Prins Hendriklaan, naast het Rietveld-Schröderhuis in Utrecht. In de stad runt haar joodse vader een advocatenpraktijk. Truus kiest voor dezelfde branche en begint met een rechtenstudie aan de Universiteit Utrecht. Die heeft ze nooit kunnen afronden. Truus levert een andere, onverschrokken strijd tegen onrecht: in het verzet tijdens de Tweede Wereldoorlog.
Een durfal op speurtocht
Via studievrienden wordt Truus lid van de verzetsgroep CS-6. Ze is een durfal. Truus’ taken: ze brengt onder meer belangrijke berichten over als koerier, fotografeert forten, transporteert wapens, verspreidt illegale lectuur. Ook weet ze binnen te dringen binnen NSB-kringen en bij Duitse Wehrmacht in Amersfoort, vlakbij vliegbasis Soesterberg. Rond deze militaire vliegbasis speurt Truus naar waardevolle informatie voor het verzet. Maar het meest bekend is Truus vanwege haar laatste moedige daad: de liquidatie van NSB’er Kerlen, waarnemend politie-president van Utrecht.
Kerlen vormt een direct gevaar voor het verzet. Hij zou informanten – of zelfs infiltranten – over de vloer gehad hebben met te veel informatie over verzetsgroepen. Dreigt er verraad? Zal er een grote verzetsgroep opgerold worden? De spanning bij de ondergrondse neemt toe. Er moet haast gemaakt worden, want zeker is dat Kerlen snel maatregelen wilde treffen tegen het verzet. De conclusie: Kerlen moet rap uitgeschakeld worden. Die zware taak neemt Truus op zich.
Een man in vrouwenkleren?
De politie-president van Utrecht verlaat vrijdagavond 3 september 1943 het hoofdbureau op het Paardenveld en gaat naar zijn huis aan het Willemsplantsoen. Daar vlakbij staat Truus te wachten. Als hij langsfietst ziet ze haar kans schoon en trekt haar revolver. Met twee harde knallen schiet ze Kerlen dood. In alle tumult lukt het Truus te ontkomen. Ze duikt onder in Haarlem. De geruchtenmachine in de stad is op stoom. ‘Was het een man in vrouwenkleren die Kerlen doodde?’, zo klinkt er.