Vondst van de Schervendokter

De wapengraven van Rhenen

5 min

Archeologisch is de Merovingische periode (400-750 n.Chr.) één van de rijkste perioden uit de Nederlandse geschiedenis. In Nederland zijn verschillende grafvelden ontdekt uit deze tijd. In de Merovingische tijd was het een algemeen gebruik om de graven te voorzien van bijgiften, zoals sieraden, wapens en gebruiksvoorwerpen.

Hierdoor is veel bewaard gebleven van de materiële cultuur. Door het onderzoeken van de grafvelden en de bijgiften kan een scheiding gemaakt worden tussen voorwerpen die aan de man het graf in werden gegeven (wapens) en voorwerpen voor de vrouw (sieraden) of het kind. Over het algemeen wordt aangenomen dat de begravenen in zogenaamde wapengraven zowel in de Merovingische als in de Vroeg-Karolingische tijd (750-900 na Chr.) krijgers waren of leden van de adel.

Adelsgraven

In de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw werden wapengraven, de zogenoemde rijke mannengraven (daterend eind zevende, begin achtste eeuw) met wapens, aangeduid met de term 'adelsgraven'. Een term die tegenwoordig nog maar sporadisch wordt gebruikt binnen de archeologie. Het begrip 'adelsgraven' refereert aan de rijke zelfstandige mannelijke elite van de Vroege Middeleeuwen. Vrouwen werden doorgaans niet met wapens begraven. Tegenwoordig wordt genuanceerder gedacht over het verbinden van een elitaire adel met een grafritueel. Kunnen de minder rijke wapengraven dan toegeschreven worden aan een middenklasse of was het gewoonweg een nieuwe manier van bewapenen? Hier wordt op dit moment onderzoek naar gedaan.

In vergelijking tot de Merovingische grafvelden van Duitsland... zijn de grafvelden in Utrecht bescheiden in omvang maar zeker niet qua rijkdom.

Wapens

De samenstelling van de bijgiften in de Merovingische wapengraven verschilt. De vondsten uit deze graven bestaan uit onder andere wapens, die onder te verdelen zijn in zwaarden (saxen en spatha's), werpbijlen (francisca), lansen (lancae), speren (ango) en schildknoppen (umbo's). Het zwaard, ook wel een spatha genoemd, is een zwaard om mee te houwen en bijzonder geschikt om vanaf een paard te gebruiken. Een aanvulling of alternatief op het slagzwaard was de sax. Dit was een kort, aan één kant scherp ijzeren steekzwaard, kortzwaard of zwaardmes. Vaker voorkomend dan de sax en de spatha was de werpbijl genaamd de francisca, het wapen van de Frankische Middeleeuwen.

Utrechtse grafvelden

In Utrecht zijn enkele Merovingische grafvelden bekend met wapengraven, bijvoorbeeld de grafvelden van Oud-Leusden, Leersum, Donderberg in de gemeente Utrechtse Heuvelrug, Laarsenberg bij Rhenen en het grafveld van De Heul en de Geer in Wijk bij Duurstede. In vergelijking tot de Merovingische grafvelden van Duitsland, zoals het grafveld van Gellep-Krefeld met ruim 6500 graven, zijn de grafvelden in Utrecht bescheiden in omvang maar zeker niet qua rijkdom. Zo geniet het grafveld van de Donderberg bij Rhenen internationale allure.

Dit rijengrafveld is niet alleen het langst gebruikte, maar ook het rijkste grafveld in Nederland uit de Merovingische periode. Het Rhenense grafveld werd in het voorjaar van 1951 opgegraven. Ruim 3000 voorwerpen zijn bij de opgraving geborgen. De vondsten bestaan uit rijke collecties sieraden, kralen, glaswerk, keramiek (meer dan 850 stuks), wapens, werktuigen en hergebruikt Romeins materiaal.

Het lege graf

Rond 700 n.Chr. voltrokken zich verschillende sociale, religieuze en politieke ontwikkelingen die onder andere hun weerslag hebben in het grafritueel van deze tijd. Het belangrijkst was de opkomst van het christendom vanuit het Frankische gebied ten zuiden van de Rijn. De grote Merovingische rijengrafvelden die sinds het einde van de Romeinse tijd in gebruik waren, werden in de eerste helft van de achtste eeuw verlaten. Daarvoor in de plaats kwamen nieuwe begraafplaatsen nabij nieuwe stichtingen van kerken en kloosters. Binnen de christelijke traditie waarin soberheid centraal stond, en werd geloofd dat in de hemel alles al aanwezig was, werd het ongebruikelijk om nog langer grafgiften mee te geven in het graf.

Dit verhaal is voortgekomen uit de werkgroep Oorlog en Vrede. Onderzoekers hebben onder leiding van Landschap Erfgoed Utrecht de menselijke kant van het Utrechtse militaire verleden bestudeerd. Alle artikelen uit de werkgroep zijn te lezen in Jaarboek Oud-Utrecht 2015.

Bronnen

Alexander van de Bunt, ‘De wapengraven van Utrecht’, in: Jaarboek Oud-Utrecht 2015, 13-28.

Geschreven door Alexander van de Bunt Archeoloog, schrijver en fotograaf Ontdek alle verhalen van deze schrijver