Het verhaal van het schip in het Centraal Museum

5 min

Tegenwoordig kunnen we archeologisch materiaal vrij secuur dateren. Maar hoe gebeurde dat tachtig jaar geleden? Zaten onderzoekers er wel eens naast? Op 5 december 1930 werd er in Utrecht bij graafwerkzaamheden een spectaculaire vondst gedaan: een 17 meter lang houten schip met een gewicht van tien ton. In het begin werd er nog gedacht dat het hier om een oud-Frankisch schip ging. Maar al gauw werd die mening bijgesteld. Utrecht, dat op dat moment helemaal in de ban was van de Romeinen vanwege de opgravingen op het Domplein, geloofde dat er ‘weer’ een bijzondere Romeinse vondst was gedaan. Kranten stonden er vol van!

Ondertussen was het schip onder leiding van de toenmalige directeur van het Centraal Museum, dr. W.C. Schuylenburg, naar het museum gebracht. Hiervoor moest wel de keldermuur van het museum worden opengehakt, anders konden de resten niet naar binnen. Dat gekozen werd voor conservering was niet vanzelfsprekend: het conserveren van houten voorwerpen is buitengewoon lastig en tot voor kort werden die, na zorgvuldige documentatie, meestal aan het verval prijsgegeven.

In dit geval niet, want volgens de directeur moest dit schip gered worden vanwege zijn wetenschappelijke waarde. Het hout werd geconserveerd met een mengsel van creosoot (een teerproduct) en lijnzaadolie. Producten die zo’n sterke geur afgeven dat deze geur nog steeds de ruimte en de herinnering van de bezoekers van het museum vult.

Romeins of niet?

Lange tijd werd aangenomen dat het 'Utrechtse schip' een Romeins schip was. Pas aan het einde van de jaren ’50 bleek dat het schip lang niet zo oud kon zijn. Een nieuw onderzoek met de C14-methode toonde aan dat het schip uit de achtste eeuw afkomstig moest zijn, rond de tijd van Karel de Grote of wat eerder. Het schip was er dus opeens zo'n zes of zeven eeuwen jonger op geworden.

Door het analyseren van de jaarringen in het hout (de zogeheten dendrochronologie), blijkt dat het Utrechtse schip uit het begin van de 11de eeuw afkomstig is, de periode dat Utrecht een belangrijke handelsstad was. Het schip diende voor de handel over de Rijn.

Maar ook deze methode bleek niet waterdicht. Uit recenter onderzoek, door het analyseren van de jaarringen in het hout (de zogeheten dendrochronologie), blijkt dat het Utrechtse schip uit het begin van de 11de eeuw afkomstig is, de periode dat Utrecht een belangrijke handelsstad was. Het schip diende voor de handel over de Rijn.

Utrechtse schepen in het echt zien

Utrecht was dus een Romeins schip kwijt, maar kreeg er een middeleeuws schip bij. Op Castellum Hoge Woerd kun je wel een echt Romeins schip bezoeken, de Meern 1. Lees ook het verhaal over de De Meern 1. Ook het Utrechtse schip is nog steeds te bewonderen in het Centraal Museum. De Romeinse oorsprong van Utrecht is te ontdekken in de vaste presentatie De Wereld van Utrecht.

Dit verhaal is geschreven door Lotte Drouen in opdracht van het Centraal Museum.

Lees meer over het Utrechtse Schip in de Canon van Nederland.

Geschreven door Lotte Drouen

Aanvullende informatie