Maritiem erfgoed in de provincie Utrecht

Dijkdoorbraak bij Veenendaal in 1855

4min

De winter van 1854-1855 is ijskoud. De Rijn is bevroren en als het ijs begint te dooien, gaat het kruien. Met nog een overvloed aan smeltwater dreigt een dijkdoorbraak wat weer een overstroming tot gevolg zal hebben. Het Veenraadschap der Geldersche en Stichtse venen zet het dijkleger in, die de wacht houdt en voorzorgsmaatregelen neemt. Maar het mocht niet meer baten.

Op 5 maart 1855 weerklinkt het lokale noodsignaal: vier schoten. De Wageningse Grebbedijk breekt door en het gat is wel 150 meter breed! Met enorme kracht stroomt het water de Gelderse Vallei in. Bomen breken af en boerderijen zijn niet bestand tegen de sterke stroming. Al snel bereikt het water Veenendaal. In Veenendaal luidden de kerkklokken. Daar stijgt het water tot wel 3 meter. Alle huizen staan onder water, alleen de kerk op de markt blijft droog.

De hoge waterstand en de sterke stroming blijven Veenendaal in de dagen erna teisteren. Een aantal dagen na de dijkdoorbraak vaart Gerrit van Wijk met zijn vrouw, acht kinderen en zijn schoonvader door Veenendaal. Dan slaat de boot om. Gerrit heeft twee kinderen in zijn armen en zijn vrouw klampt zich aan hem vast. De sterke stroming sleurt hem mee. Zijn vrouw en kinderen laten los en verdrinken. Alleen Gerrit en drie kinderen overleven. In totaal komen dertien mensen om het leven.

Bezoek van de koning

Koning Willem III bezoekt Veenendaal tijdens de ramp en doneert 1000 gulden uit eigen zak. Hiermee geeft hij het startsein voor een landelijke inzamelingsactie. Als op 10 maart de Slaperdijk bij Veenendaal ook doorbreekt komt de koning nogmaals langs. Op verzoek van Willem III roept de Commissaris van de Koning een commissie in het leven voor de evacuatie van de Veenendaalers.

Evacuatie naar Utrecht

Een dag later al komt de evacuatie op gang. De noodlijdende Veenendaalers vertrekken per boot en trein naar Utrecht. De gloednieuwe spoorlijn heeft nu een zeer belangrijke functie bij het vervoer van hulpdiensten, goederen en evacuees. De stoet van 450 vluchtelingen wordt ondergebracht in de Geertekerk. Mannen en vrouwen krijgen aparte leefruimten en zieken krijgen verzorging op het Bagijnhof.

De Utrechters vinden de vluchtelingen maar wat interessant! Op zondag 25 maart kopen maar liefst 1433 mensen een toegangskaartje om de Veenendaalers te zien. Daarbij verzoekt de Provinciale Commissie vriendelijk om geen geld aan de vluchtelingen zelf te geven, maar dat in een collectebus bij de ingang te doen. In totaal wordt er een enorm bedrag van 180.000 gulden opgehaald voor de slachtoffers van de watersnoodramp. Daar kon mee gewerkt worden.

Een van de vele bezoekers aan de Geertekerk is de schilder Alexander Mollinger. Hij maakt een serie schetsen van de Veenendaalse vluchtelingen tijdens hun verblijf in de Geertekerk.

 

Geschreven door Nettie Stoppelenburg Vakspecialist, historica en schrijver. Ontdek alle verhalen van deze schrijver

Extra info