Een bonte verzameling: de bewoners van Paushuize
Utrecht is een gewilde stad om in te wonen. Zelfs als je al jaren in het buitenland woont, kan je de behoefte hebben een huis te laten bouwen voor het geval dat je later terugkomt. Zo deed ook Adriaen Floriszn Boeyens. Hij kwam echter niet meer terug, omdat hij in 1522 paus werd en een jaar later stierf. Maar het huis staat er nog: Paushuize. En daar hebben niet alleen heiligen in gewoond.
Paushuize heeft een roerig verleden met veel bijzondere bewoners. Adriaen kocht een woning die speciaal voor geestelijken van de Sint Pieterskerk was gebouwd. Hij wilde hier zijn oude dag slijten. De woning was hem echter te klein en hij gaf in 1517, toen hij nog bisschop van Tortusa was, opdracht tot een grote verbouwing. Hij schreef in een brief aan zijn vriend Floris Oem: ‘De Heer gaf mij dat huis, dat mij liever was dan alle andere huizen te Utrecht.’
Adrianus moest wel aan een aantal regels voldoen volgens de overdrachtsakte van 1517: hij moest het kapittel welgevallig zijn, hij mocht geen bedrijf beginnen, geen herberg stichten, geen ambachten uitoefenen, er mochten geen kraam of kinderbedden staan en geen tappingen van bier of wijn plaatsvinden. De mensen die er later in woonden hebben zich bepaald niet aan deze regels gehouden.