Het verhaal van Utrecht

Een bonte verzameling: de bewoners van Paushuize

6min

Utrecht is een gewilde stad om in te wonen. Zelfs als je al jaren in het buitenland woont, kan je de behoefte hebben een huis te laten bouwen voor het geval dat je later terugkomt. Zo deed ook Adriaen Floriszn Boeyens. Hij kwam echter niet meer terug, omdat hij in 1522 paus werd en een jaar later stierf. Maar het huis staat er nog: Paushuize. En daar hebben niet alleen heiligen in gewoond.

Paushuize heeft een roerig verleden met veel bijzondere bewoners. Adriaen kocht een woning die speciaal voor geestelijken van de Sint Pieterskerk was gebouwd. Hij wilde hier zijn oude dag slijten. De woning was hem echter te klein en hij gaf in 1517, toen hij nog bisschop van Tortusa was, opdracht tot een grote verbouwing. Hij schreef in een brief aan zijn vriend Floris Oem: ‘De Heer gaf mij dat huis, dat mij liever was dan alle andere huizen te Utrecht.’

Adrianus moest wel aan een aantal regels voldoen volgens de overdrachtsakte van 1517: hij moest het kapittel welgevallig zijn, hij mocht geen bedrijf beginnen, geen herberg stichten, geen ambachten uitoefenen, er mochten geen kraam of kinderbedden staan en geen tappingen van bier of wijn plaatsvinden. De mensen die er later in woonden hebben zich bepaald niet aan deze regels gehouden.

Middelpunt van schandalen

In 1612 werd jonkheer d'Ablaing eigenaar. Al snel waren er geruchten over d'Ablaing en zijn twee inwonende nichtjes, freules Oriana en Margaretha van Liesvelt. De geruchten leidden tot gevangenname van de hoogzwangere oudste nicht en een proces. De jongste nicht werd beschuldigd van overspel en bloedschande en werd tot een bekentenis gedwongen op de pijnbank. Het bleek, ook uit andere getuigenissen dat d’Ablaing al jaren een incestueuze verhouding met zijn nichtjes had en dat uit die verhouding verschillende kinderen waren geboren. Maar de zaak werd geschikt en d’Ablaing mocht in  Paushuize blijven wonen. Hij werd zelfs maarschalk van het Overkwartier, een hoog rechtsambt.

Niet alles wat dreigt treft ook

Om te laten zien dat dit hem niet raakte, liet hij in 1633 een stenen reliëf maken. Aan de achterkant van de poortingang naar Paushuize, is een steen geplaatst van een Romeinse soldaat die op het punt staat een kogel te gooien. Hieronder staat de spreuk: "Non omne quod minatur ferit" (niet alles wat dreigt treft ook). Maar toch werd d’Ablaing getroffen: bij een nieuw proces over een bruidschat van een onwettige  dochter van d’Ablaing kwamen alle schandalen weer naar boven. In 1643 werd hij levenslang uit het Sticht verbannen vanwege zijn 'lichtzinnige levensstijl'.

Koninklijk hotel

In 1798 is Paushuize gekocht door de kok en pasteibakker Willem Gravelaar. Deze maakte er een eethuis en hotel van (het Logement Groot Paushuizen), dat werd beschouwd als een van de beste hotels van de stad Utrecht.

In 1807 hebben Koningin Hortense de Beauharnais (echtgenote van Lodewijk Napoleon) en haar oudste zoon (Napoleon Charles) er op doorreis één nacht gelogeerd. De weduwe Gravelaar mocht het hotel voortaan 'Hotel van de Koningin van Holland' noemen.

Een half jaar later kocht Koning Lodewijk het huis voor 88.000 gulden. Hij is er maar 4 weken gebleven. Tijdens deze weken was het verboden met paarden en rijtuigen langs het hotel te rijden en tussen half 5 en half 6 speelde dagelijks een corps van 36 grenadiers muziek voor de voordeur van Lodewijks ‘paleisje’.

Spoken en geesten waren de ongewenste bewoners. Hortense schijnt eens te hebben gezegd dat haar ziel na haar dood naar dit huis zou gaan. Deze zou achter een dichte muur op een doodlopende trap wonen. Het verhaal gaat dat Hortense af en toe achter de muur vandaan komt en in het huis gaat spoken.

Het Rijk en de Provincie Utrecht

In 1814 werd het Rijk eigenaar van Paushuize. Er werden vaak hoge gasten in Paushuize ontvangen, zoals Koning Willem III in 1853. In de Tweede Wereldoorlog woonden er NSB-ers, die ook Heinrich Himmler en Anton Mussert in het pand ontvingen.

Na 1954 wordt het gebouw gebruikt door de Utrechtse commissaris van de Koningin en als ontmoetingsplaats voor representatieve aangelegenheden, ontvangsten, bijeenkomsten en trouwerijen. De cirkel is rond als in 1985 de paus Johannes Paulus II Paushuize bezoekt, 468 jaar nadat Adrianus het had gekocht.

 

Bronnen

- Peet, Corjan van der (red.). Paleizen in Utrecht. Utrecht, Matrijs (Historische reeks Utrecht; dl 8), 1986
- Muller, S., Oud Utrechtse vertellingen, Utrecht, C.H.E. Breijer,1904
- Dr. Wap. De stad Utrecht. Album bevattende afbeelding en harer voornaamste gebouwen en gezigtspunten, Utrecht, J.G. Broese, 1859-1860.
- Spoken: https://www.verhalenbank.nl/items/show/49874

Geschreven door IJbeling Hartog Schrijfteam UtrechtAltijd Ontdek alle verhalen van deze schrijver

Extra info