Een lelijk Mariabeeldje uit Amersfoort leidt tot mirakelen

4 min

Een armoedig en eenvoudig Mariabeeldje meenemen voor haar intreding in het klooster? De 16-jarige Geertje Arends durfde dat toch niet aan toen ze op 24 december 1444 vlakbij het Agnietenconvent in Amersfoort was. Ze gooide het daarom in het water bij de Kamperbuitenpoort. Een dienstmeid vond het een paar dagen later. Die vondst maakte van Amersfoort een populair bedevaartsoord.

Ga naar de stadsgracht buiten de Kamppoort en haal daar een Mariabeeldje onder het ijs vandaan. Dienstmeid Margriet Albert Gijsendochter kreeg deze opdracht in een droom. Niet één keer, maar drie nachten achter elkaar. Ze besloot daarom naar de stadsgracht te gaan. Met een emmer viste ze er een klein Mariabeeldje uit van pijpaarde. Thuis zette ze het neer en brandde er een kaarsje naast. Wonderlijk genoeg bleef deze driemaal langer branden dan normaal gesproken.

Wonderen

Margriet deelde haar ervaring met haar biechtvader Jan van Schoonhoven. Hij ontfermde zich over het beeldje en gaf het een plek in de Onze Lieve Vrouwekapel. Daar gebeuren vanaf dat moment nog meer wonderen. Al gauw weten duizenden pelgrims hun weg te vinden naar Amersfoort. De vondst van Margriet in 1444 zorgde ervoor dat de stad een populair bedevaartsoord werd.

De wonderen die rond het Mariabeeldje gebeurden, werden opgetekend in het Mirakelboek. Meer dan 500 genezingen staan daarin beschreven. Omdat het beeldje in het water is gevonden, kwamen veel mensen naar Amersfoort met noden die iets te maken hadden met water; verdrinking, schipbreuk of iets met de urinewegen.    

Gouden tijden

Met de komst van al die bedevaartgangers beleefde de stad gouden tijden. De markten en kermissen werden druk bezocht, de handel in devotionalia floreerde en er was volop klandizie voor herbergiers en artsen. Deze tijden hebben de stad gevormd. Waarvan nu nog steeds veel zichtbaar is. Zoals de Onze Lieve Vrouwetoren. Die werd gebouwd met de opbrengst van de bloeiende handel in pelgrimstekens, souvenirs, giften en offers. Zesentwintig jaar na de vondst van het Mariabeeldje werd de bouw van de toren voltooid.

Explosies

De toren staat op het Onze Lieve Vrouweplein, de plek waar ooit ook de tot kruiskerk uitgebouwde Onze Lieve Vrouwekapel stond. De kapel werd het koor van de nieuwe kerk. Die is in 1787 verloren gegaan na een reeks explosies. De oorzaak? Een onhandige soldaat vulde granaten met kruit die plotseling ontbrandden. Op dat moment is de kerk tijdelijk in gebruik door een leger van Prins Willem V, die het gebouw gebruikt als opslagplek voor munitie. De toren is gespaard gebleven, omdat deze losstond van de kerk. 

Traditie

Door de vondst van het beeldje nam ook de jaarlijkse Mariaprocessie in populariteit toe. Dat bleef zo tot 1720. In de twintigste eeuw werd het evenement nieuw leven ingeblazen. Op initiatief van de kapelaan van de Elleboogkerk namen in de nacht voor Pinksteren in 1933 vijfhonderd mensen deel aan een ommegang. Deze traditie wordt nog altijd in ere gehouden.

Bronnen 

Mesdag, M., Raven, G., Braber, C. ., & Amersfoort. (2002). Amersfoort binnen de poorten: Een eigenzinnige kijk op de historische binnenstad. Zaltbommel: Europese Bibliotheek.

Thiers, O. (1994). Bedevaart en kerkeraad: De Amersfoortse vrouwevaart van 1444 tot 1720. Hilversum: Verloren.

Heurneman, M., Tanke, Y., & Cramer, M. (2009). Het A'foort boek. Bussum: THOTH.