Een lelijk Mariabeeldje uit Amersfoort leidt tot mirakelen
Een armoedig en eenvoudig Mariabeeldje meenemen voor haar intreding in het klooster? De 16-jarige Geertje Arends durfde dat toch niet aan toen ze op 24 december 1444 vlakbij het Agnietenconvent in Amersfoort was. Ze gooide het daarom in het water bij de Kamperbuitenpoort. Een dienstmeid vond het een paar dagen later. Die vondst maakte van Amersfoort een populair bedevaartsoord.
Ga naar de stadsgracht buiten de Kamppoort en haal daar een Mariabeeldje onder het ijs vandaan. Dienstmeid Margriet Albert Gijsendochter kreeg deze opdracht in een droom. Niet één keer, maar drie nachten achter elkaar. Ze besloot daarom naar de stadsgracht te gaan. Met een emmer viste ze er een klein Mariabeeldje uit van pijpaarde. Thuis zette ze het neer en brandde er een kaarsje naast. Wonderlijk genoeg bleef deze driemaal langer branden dan normaal gesproken.