Een munt uit een turbulente periode
Nadat de Romeinen uit het Utrechtse gebied waren vertrokken, bleven de Romeinse munten nog lang in gebruik. Maar niet als betaalmiddel. Zoals de zogenaamde gouden tremissis. Deze dateren uit een turbulente periode van de Nederlandse geschiedenis waarin zowel de Friezen als Franken geïnteresseerd waren in de strategische ligging van Utrecht. In deze aflevering van Vondst van de Schervendokter probeert archeoloog Alexander van de Bunt het verhaal achter een spectaculaire tremisse uit Remmerden te ontrafelen.
De tremissis is een goudmunt van het Romeinse Rijk die in 313 onder Constantijn de Grote voor het eerst werd geslagen. Na de val van het Romeinse Rijk bleven deze gouden munten nog lang in gebruik. Ze werden in de Vroege Middeleeuwen onderdeel van een traditie waarbij kostbare geschenken werden gebruikt om diplomatieke relaties te onderhouden of aan te gaan. Deze munten waren geliefd onder Frankische koningen, die maar al te graag hun naam op deze munten lieten slaan. Vanaf het einde van de 6de eeuw werd het mode om de plaats van aanmaak te vermelden en op de keerzijde de naam van de muntmeester. In het Utrechtse gebied kennen we dergelijke muntvondsten tot en met 830 vanuit het oude Dorestad (Wijk bij Duurstede), de Utrechtse Heuvelrug en het Kromme Rijn-gebied.