Vondst van de Schervendokter

Een opmerkelijke cicadefibula uit Utrecht

5 min

Soms komen bij het Meldpunt Archeologie van Landschap Erfgoed Utrecht unieke vondsten binnen waarbij archeologen niet direct een verklaring paraat hebben. Zoals bij deze mantelspeld in de vorm van een cicade die niet eerder in Nederland is aangetroffen. In deze aflevering van Vondst van de Schervendokter duikt archeoloog Alexander van de Bunt in het verhaal achter deze bijzondere mantelspeld.

In 2015 deed een detectorzoeker ten zuiden van Utrecht een opmerkelijke vondst. Het bleek een mantelspeld te zijn in de vorm van een cicade, de eerste van dit type die in Nederland is aangetroffen. Een goede determinatie was niet meteen voorhanden wegens gebrek aan vergelijkbare vondsten. Na een lange zoektocht door buitenlandse museumcollecties, vakliteratuur en specialisten lijkt de fibula te dateren uit de late 2de en 3de eeuw, dus uit de Romeinse tijd.

Zeldzaamheid en oorsprong

Hoewel in Europa mantelspelden in verschillende soorten en maten voorkomen, is deze cicadefibula nog nooit in Nederland of elders in Europa geregistreerd. In Nederland zijn slechts vijf geregistreerde cicadefibulae bekend, waarvan er maar twee afkomstig zijn uit de Romeinse tijd. Een vergelijkbare, maar kleinere cicade is aangetroffen in het Gelderse plaatsje Neerijnen. Bij vondsten van dergelijke insectfibulae is al gauw de link gelegd met mantelspelden uit de tijd van de volksverhuizingen, zoals gevonden in het Frankische graf van Childerik (481 na Chr.) in Doornik, het Oostenrijkse grafveld van Untersiebenbrunn, Merovingische fibulae en de komst van de Hunnen, Goten en de Alanen. Maar deze speld komt uit een ander gebied. De naaldconstructie onder de cicade, bestaande uit een spiraal aan een enkel oog en een dwarsgestelde naaldhouder in de vorm van een insectenpootje, wordt beschouwd als een typisch kenmerk van de Norisch-Pannonische provincies (Balkan) ten tijde van de Romeinse overheersing, tussen 170 en 300 na Chr.

Vrouwendracht

Hoe deze mantelspeld in Utrecht terecht is gekomen en vervolgens in de grond is geraakt, zal een raadsel blijven. Archeologen vermoeden dat dit sieraad eigendom is geweest van een soldaat afkomstig uit het Donaugebied of Pannonië, die hier aan de Rijn gestationeerd was. Ook zijn er aanwijzingen dat deze fibula niet per se aan een man toebehoorde, maar aan een vrouw. In de Romeinse tijd was het namelijk de gewoonste zaak van de wereld dat vrouwen en kinderen meereisden met hun echtgenoot als die diende in het Romeinse leger. Zo kennen we cicadenfibulae die bij de Keltische stam van de Eravisci in Hongarije een belangrijk onderdeel vormen van de vrouwendracht. Ook komen soortgelijke insectfibulae in Brittannië voor, waarschijnlijk als gevolg van contacten met soldaten afkomstig uit Pannonië.

In de antieke oudheid stonden deze insecten symbool voor heel veel belangrijke zaken in het leven, zoals seks, wederopstanding, dood en het bereiken van een spirituele extase.

Symboliek

De Oude Grieken en later de Romeinen waren gefascineerd door cicaden. Sterker nog, ze schreven vele mythologische verhalen en gedichten die gewijd waren aan deze kleine zingende insecten. Hierbij moet je denken aan verhalen als ‘Eos en de roof van Tithenos’ en de cicade die Kitharaspeler Eunomos hielp om een muziekwedstrijd te winnen. In de antieke oudheid stonden deze insecten symbool voor heel veel belangrijke zaken in het leven, zoals seks, wederopstanding, dood en het bereiken van een spirituele extase.

Reconstructie

Bij deze cicadefibula valt op dat de vleugels bestaan uit verschillende verdiepte cellen, waar nog steeds sporen te zien zijn van email. Dit email is een beschermlaag van gesmolten glas, die werd aangebracht op metalen voorwerpen of aardewerk om deze te beschermen, te isoleren of om deze te versieren. Gezien de functie en vorm van de cicade kunnen we van het laatste uitgaan.

In de Romeinse tijd was het zeer gebruikelijk om mantelspelden en andere sieraden zoals kettingen, hangers en armbanden op deze manier te versieren. Door gekleurde oxiden toe te voegen kreeg het email verschillende kleuren. Op enkele plekken tussen de vleugels zijn nog sporen te zien van rode glaspasta, maar het is zeker niet uitgesloten dat de cicade ook versierd was met andere kleuren.

Met dank aan: De vinder voor het ter beschikking stellen van zijn fibula voor dit artikel, Stijn Heeren van de Vrije Universiteit, Anton Cruysheer van Landschap Erfgoed Utrecht, Marenne Zandstra van de Radboud Universiteit, Friederike Naumann-Steckner van het Römisch-Germanisches Museum in Keulen en Christian Miks van het Römisch-Germanisches Zentralmuseum in Mainz.

Deze vondst in aangemeld in PAN onder PAN-00026918

Stijn Heeren is coördinator van het PAN-project en is gespecialiseerd in fibulae. In deze podcast vertelt hij waarom het onderzoek naar fibulae belangrijk is en hoe het PAN-project daar een belangrijke bijdrage aan kan leveren.

Geschreven door Alexander van de Bunt Archeoloog, schrijver en fotograaf Ontdek alle verhalen van deze schrijver

Aanvullende informatie

Ook iets gevonden?

Iedereen die een archeologische vondst doet, is wettelijk verplicht dit te melden. In Utrecht kan dit bij het Meldpunt Archeologie van Landschap Erfgoed Utrecht. Je helpt zo niet alleen mee de geschiedenis van de provincie in kaart te brengen, onze experts vertellen je bovendien graag meer over de achtergronden van je vondst.