Een oud schip als dijkdichter in Eemnes
Op 14 januari 1916 sloeg in Eemnes het noodlot toe, net als langs de hele Zuiderzeekust. Een noordwester storm zweepte het water op. Nog geen Afsluitdijk die het tegenhield. De Eempolder liep vaak onder, maar nu stond het zeewater zo hoog dat het over de vloeren van de huizen aan de oostkant van de Wakkerendijk klotste.
Op de plaats van het fietspad over de huidige dijk lag tot midden jaren 1930 nog een verhoging als een extra dijk naast de smalle rijweg. Bij de huizen in het dorp waren zogenaamde 'mennegaten' met stenen muren die dicht werden gezet met schotten en mest daartussen. Om de weilanden in de Eempolder te bereiken met wagens was er bij elk perceel een mennegat gemaakt, maar zonder zijmuren. Deze moesten elk jaar voor de herfst weer gerepareerd zijn met zand en zoden. Dit waren in principe de zwakke plekken.
Het hoge golvende water brak aan het eind van de Meentweg op twee plekken door zulke mennegaten, bij Meentweg 107 en 125. Eenmaal op gang was er geen houden meer aan het water. Vooral bij nummer 125 werd het gat steeds groter. Het water spoelde het wegdek uit en sloeg de gevel van Meentweg 125 weg. Ook was er schade bij andere panden.