Romeinen in Utrecht: een stempel op de wereld
In de leefwijze van de gemeenschappen op de Utrechtse gronden deden zich aan het begin van onze jaartelling belangrijke veranderingen voor. Al sinds de prehistorie leefden er mensen op de hoger gelegen gronden van Utrecht.
Zij vormden kleine gemeenschappen en leefden als boeren in huizen gemaakt van leem en stro die niet erg bestendig waren. Regelmatig trokken de boeren verder, op zoek naar een nieuw geschikt gebied voor het bedrijven van akkerbouw en veeteelt. Grote veranderingen kwamen er voor de inheemse bewoners in de Romeinse tijd.
Wat wordt er nu bedoeld met ‘inheems’? Inheemse bewoners zijn mensen die oorspronkelijk uit het gebied komen waar zij nu in wonen. Vóór de Romeinse tijd waren de bewoners van Utrecht niet inheems. Zij trokken van tijd tot tijd verder, meestal omdat het landschap veranderde. De nederzettingen die zich sinds de IJzertijd op de Utrechtse Heuvelrug en op de stroomruggen van de Vecht en de Eem bevinden, gelden met de komst van Romeinse troepen wél als ‘inheems’. In deze tijd worden de lokale nederzettingen meer permanent en worden dezelfde woonerven vaker overgedragen op de volgende generaties. Men vestigde zich dus niet meer regelmatig in een nieuw gebied.
Romeins stempel
De komst van de Romeinen heeft grote invloed gehad op het leven van de plaatselijke boeren. Het strak georganiseerde Romeinse leger en de nieuwe, innovatieve kennis die zij met zich meebrachten was ongetwijfeld erg indrukwekkend! De Romeinen waren zeer ontwikkeld in waterkennis en werktuigbouw, in wapens en huizenbouw. Om de bezetters te voeden moesten de boeren hun veestapels vergroten en nieuwe landbouwgronden ontginnen. Met de ontginningen hielpen de Romeinen ook een handje door grote delen van het landschap te ontbossen.