Stenen bijl uit de bronstijd bij spoorlijn Bilthoven-Zeist
Soms duurt het even voordat een bodemvondst zijn weg vindt naar een archeoloog. In dit geval meer dan een eeuw! Het verhaal van het tweede leven van deze stenen bijl is minstens zo interessant als waar het object millennia geleden voor bedoeld was. Van een huishoudobject naar de bronstijd. Twee verhalen in één aflevering van Vondst van de Schervendokter door archeoloog Alexander van de Bunt.
Het ene verhaal van deze stenen bijl begint bij de aanleg van de spoorlijn Bilthoven en Zeist begin 1900. Tijdens de werkzaamheden zag werkman Woudstra een opmerkelijke steen liggen in het zand. Toen hij het oppakte, zag hij dat de steen een vreemde gepolijste vorm had en dat iemand een aanzet had genomen om er een gat doorheen te boren, maar dat niet had afgemaakt. Meneer Woudstra deed de steen in zijn zak en nam hem mee naar huis.
Het erfstuk
Verder onderzoek heeft de heer Woudstra er niet meer naar gedaan. De curieus gevormde steen deed in het huishouden van familie Woudstra dienst als verzwaring voor de theedoeken. Oftewel, geregeld lag de steen tussen de sperziebonen en andere kooktaferelen op tafel. Inmiddels is de steen in handen geraakt van zijn dochter F. Timman-Woudstra (86) en kleindochter Yvonne Timman (61). Die zich tijdens het opruimen afvroegen of de steen bewaard of weg moest. Daarvoor raadpleegden zij eerst hobby-archeoloog Norbert Voorbach die vermoedde dat deze steen van waarde was. Zo kwamen Mevrouw Woudstra en Timman bij het Meldpunt Archeologie van Landschap Erfgoed Utrecht terecht. Daar klonk al gauw de conclusie: dit moet een prehistorische bijl zijn. De bijl werd opgemeten, gefotografeerd en geregistreerd in de database van Portable Antiquities of the Netherlands (PAN).