Een varken voor Den Haag

5 min

In Utrecht werd vanaf de Middeleeuwen elk jaar op de laatste marktdag voor Sint Maarten een wedstrijd gehouden: welke boer kon het zwaarste mannetjesvarken (beer) leveren? De winnaar kreeg een extra bonus op de verkoopprijs. Het varken werd de Hofbeer genoemd omdat het aan het Hof van Holland in Den Haag werd geschonken. Waarom deed Utrecht dat? Was dit een cadeau of een belasting?

Het dier werd per schuit, onder geleide van een stadsbode, naar Den Haag vervoerd, waar het op de Binnenhof aan een paal werd gelegd om bewonderd te kunnen worden. Het varken werd vervolgens geslacht en in porties verdeeld. In 1604 kreeg Prins Maurits de kop, de president van het Hof van Holland twee porties en de andere hoogwaardigheidsbekleders één portie

De graaf van Holland eiste dat Utrecht elk jaar een vet, mannelijk varken naar Den Haag zou sturen als compensatie voor het geleden leed.

Waarom werd het varken geschonken?

Op 5 maart 1528 trokken Gelderse soldaten en Utrechtse burgers onder aanvoering van de befaamde Maarten van Rossum naar het Den Haag en plunderden de stad en omgeving. Een deel van de stad werd platgebrand. De maarschalk bracht zijn lijfspreuk "Blaken en branden is het sieraad van de oorlog" in de praktijk.

Utrecht zat in die tijd tussen twee vuren: aan de ene kant de Hertog van Gelre en aan de andere kant Holland. Toen de Hollands gezinde bisschop Henrik van Beieren de stad probeerde te veroveren, riep de Gelderse gezinde partij de hulp in van Gelre, waarop Maarten van Rossum de stad bezette. En vervolgens optrok naar Den Haag om Holland een lesje te leren. Maar na de plundering greep de graaf van Holland in en versloeg Gelre. En het verhaal gaat, dat de graaf van Holland toen eiste dat Utrecht elk jaar een vet, mannelijk varken naar Den Haag zou sturen als compensatie voor het geleden leed.

Een mooie verklaring, maar niet waar...

De korte uitleg…

Het is onduidelijk wanneer de gewoonte is begonnen, maar al in 1441 wordt in de jaarrekeningen van Utrecht melding gemaakt van de levering van een mannelijk varken aan het hof in Den Haag. Utrecht moest ieder jaar een aanzienlijke som betalen voor tolvrijdom in Holland en Zeeland. Het moest in twee termijnen worden voldaan: met Pinksteren en met Sint Maarten. Als cadeau werd bij de tweede betaling een varken geleverd. Dit was dus niet verplicht, maar werd in de loop van de tijd wel als een verplichting beschouwd.

De Utrechters beklaagden zich meerdere malen, ook bij landsadvocaat Johan van Oldenbarnevelt.

Een vernedering voor Utrecht

Het tentoonstellen van het varken begon als een mooie plechtigheid, maar werd vanaf het einde van de zestiende eeuw een gelegenheid voor de Hagenaren om hun hekel aan Utrechters te tonen. Het arme dier werd aan een paal vastgebonden en twee dagen lang met stokken geslagen, uitgescholden en bekogeld met rotte appelen. De stadsboden konden dit niet aanzien en vluchtten. Waarom dit gebeurde is niet duidelijk, maar wellicht dat de gebeurtenissen uit 1528 er iets mee te maken hadden.

Protesten

De Utrechters beklaagden zich meerdere malen, ook bij landsadvocaat Johan van Oldenbarnevelt. Eerst zonder veel succes, maar na bemoeienis van Hugo de Groot, die erop wees dat het verstandiger was de Utrechters als goede buur te hebben, hoefde Utrecht vanaf 1615 geen beer meer te sturen. Zelfs de aangeboden afkoopsom van 6000 gulden werd afgeslagen. Wel werd zeker tot 1730 nog een "beeregeld" aan de president, secretarissen en raadsleden van het Hof van Holland betaald, bedragen van vijftien tot dertig gulden per persoon.

En nu

Er wordt geen Hofbeer meer geleverd. Maar de “Haagse beer” is nog te bewonderen als lantaarnconsole ter hoogte van de Stadhuisbrug, uitgebeeld door Kees Groeneveld.

Geschreven door IJbeling Hartog Schrijfteam UtrechtAltijd Ontdek alle verhalen van deze schrijver

Bronnen

J. H. van Bolhuis, De Hofbeer, in: Tijdschrift voor geschiedenis, oudheden en statistiek van Utrecht / N. van der Monde, jg. 8 (1842), p. 6 – 32. 

J.R.W. Sinninghe, 1938 (herdruk 1978), Utrechtsch sagenboek, Thieme & Cie, Zutphen, blz. 40-41, ISBN 9003912602

H. Sneijder, Utrechts lantaarnconsoles. De Hofbeer, in: Maandblad Oud-Utrecht - nummer 8 - september 1975, p. 80.

Utrechtsch Nieuwsblad, 1926-09-25; p. 13 en 1965-06-15; p. 18

Aanvullende informatie

  • Periode Vroegmoderne Tijd (1500 - 1800), Late Middeleeuwen (1000 - 1500)
  • Regio Regio Utrecht stad
  • Plaats Stadhuisbrug, Stadhuisbrug 1, 3511 KP Utrecht
  • Categorie Cultuur, Utrecht en de wereld, Evenementen en gebeurtenissen
  • PermaLink https://www.utrechtaltijd.nl/19571