De eendenkooien van Utrecht
Verscholen achter bosjes zijn eendenkooien voor velen een onbekend stuk terrein. Wat gaat er schuil achter de bomen en struiken? Een eendenkooi is een waterplas, waaromheen bosjes liggen. De plas is speciaal ingericht met een aantal ‘vangpijpen’ waarin wilde eenden werden gevangen. De gevangen eenden werden vroeger voor consumptie gebruikt. Waar dient een eendenkooi tegenwoordig voor?
De oudste Utrechtse schriftelijke archiefvermelding van een eendenkooi dateert uit 1535 en vermeldt dat er met veel moeite en hoge kosten een eendenkooi gemaakt was bij het Zwarte Water, in Maarsbergen. Eendenkooien kwamen door heel het poldergebied van Nederland voor. Ook in de provincie Utrecht waren er verschillende eendenkooien te vinden. De Lopikerwaard kende er tientallen, onder meer in Willeskop, Benschop en in Blokland. Twee eendenkooien in Blokland zijn nog bewaard gebleven.
Waterplas met rietschermen
De bekendste vorm van een eendenkooi is een door de mens gegraven rechthoekige waterplas, volledig omgeven door rietschermen en een klein bos. Het bos en de rietschermen zorgen ervoor dat de plas een beschutte plek is, waar eenden overdag graag verblijven om uit te rusten, voordat ze ’s nachts in de omgeving gaan foerageren. De plas loopt in de hoeken uit op gebogen, steeds smaller wordende sloten, de vangpijpen. Hierin worden de eenden gevangen. Een eendenkooi kan één tot vier, en soms zelfs meer, vangpijpen hebben. Een vierarmige kooi lijkt op een roggenei. De vangpijpen zijn overspannen met netten of gaas op bogen of palen. Deze nauw toelopende fuikconstructie eindigt in een vanghokje, soms met valluikje, waaruit de gevangen eenden niet meer kunnen ontsnappen. In een huisje in het kooibos kon de kooiker zijn gereedschap bewaren en zelfs slapen als hij vroeg moest vangen of ’s nachts in de winter het water ijsvrij moest houden.