De hooiberg
Het meest karakteristieke bijgebouw - dat op elke grondsoort voorkomt - is de hooiberg of kapberg. Die heel efficiënt vlak achter de deel staat. Hoe groter de boer, hoe groter de hooiberg. De kapvormen variëren van twee tot zes hoeken; die kappen worden gedragen door twee tot vijf staanders of roeden. Werd de berg aanvankelijk met de hand en de hooivork gevuld; later krikte men het hooi op. De kap wordt op- en neer bewogen door katrollen en lieren. De rieten kap en de eiken roeden zijn in de loop van de twintigste eeuw vervangen door golfplaten en beton.
Op zandgronden staan gewoonlijk varkenshokken, kippenhokken en wagenschuren, met de open zijde naar het noorden vanwege de regen. Hier en daar staat nog een bakhuis (altijd van steen en met een pannen dak vanwege het brandgevaar) of een schaapskooi of tabaksschuur.
Op de klei- en veengronden staat naast de boerderij een zomerhuis. Hier bivakkeerde het boerengezin in de zomer overdag; slapen gebeurde in de boerderij. In het zomerhuis werd kaas gemaakt. Het kaasgerei werd schoongemaakt in het boenhok, dat aan de sloot tegen het zomerhuis stond. Een boenhok is een stenen boenstoep met daarboven een half open stenen of houten schuurtje.
In waterrijke gebieden ging het vervoer per praam (een platbodem vaartuig voor binnenwateren). Wagenschuren komen hier daarom minder voor dan op de zandgronden. Varkens- en kippenhokken staan er wel, evenals een stal voor het jongvee.
Bronnen en meer lezen
Kooij, Ben. (2012) Het grote boerderijenboek. Zwolle: Uitgeverij Wbooks
Leeuw, K. ., Dekker, A., & ARCADIS. (2008). Linten in de Leegte: Handboek groene bebouwingslinten in de Utrechtse Waarden. (Linten in de leegte.) Alblasserdam: Impuls Publiciteit.
Visser, I. ., Jong, D. ., & Bureau Helsdingen (Vianen). (2006). Kleur op boerderijen in het groene hart van Holland. Kinderdijk: Stichting Boerderij & Erf Alblasserwaard-Vijfheerenlanden.
Rooij, C.-J. ., & Karsemeijer, J. (1995). Boerenerven in de provincie Utrecht. Utrecht: Boerderijenstichting Utrecht.