Romeinen en de Limes in Utrecht

Muntschat uit de Romeinse tijd: waar was je geld veilig?

5 min

Geld is onmisbaar en het is elke maand weer feest als je salaris is gestort. Maar hoe zou het zijn als je elke maand je geld contant zou krijgen? Wat zou jij doen om het veilig op te bergen? In de Romeinse tijd bestonden er nog geen banken of kluizen waar je spaargeld veilig was. Dus wat deed je dan met bijvoorbeeld je salaris of het geld dat je gewonnen had met gokken?

Een bekende en veel gebruikte methode in deze tijd was het begraven van je geld. Je stopte het in de grond op een plek die alleen jij kende en dan groef je het weer op als je het nodig had. Op die manier zijn er verschillende muntschatten in de Utrechtse grond beland. Zo ook de gouden muntschat van het Domplein, die wel heel lang verstopt is geweest - de schat werd pas na ruim 1850 jaar gevonden!

Castellum Trajectum

Van 1929 tot 1949 vonden er verschillende opgravingscampagnes plaats op het Domplein. Deze locatie behoorde al langer tot een van de meest bijzondere plekjes van de stad Utrecht. Niet alleen door de iconische Domtoren en kerk, maar ook vanwege het vermoeden dat onder de kerk wel eens een Romeins castellum zou kunnen liggen. Dit werd bevestigd in 1929, toen een stukje van het fort werd blootgelegd. Het betrof castellum Trajectum, waarvan de oorsprong dateert uit de eerste eeuw na Chr. Nu was het zeker: Utrecht had een Romeins verleden.

...in die tijd heeft niemand het geld gevonden. Maar de officier heeft ook zelf het geld nooit meer opgehaald.

Tijdens de opgravingen werden er niet alleen stenen muren, brandlagen en andere constructies ontdekt. Ook werden er veel bodemschatten gevonden. Zo gebeurde het op een dag in 1933 dat een aantal blinkende voorwerpen aan het licht kwam - een muntschat! Deze schat werd gevonden onder een brandlaag die is terug te voeren op de Bataafse opstand in 69 na Chr. Dat de muntschat werd gevonden nabij een Romeinse nederzetting was niet geheel toevallig: munten als monetair systeem werden in deze regio geïntroduceerd door de Romeinen.

Twee jaarsalarissen

In 69 na Chr. kwamen de Bataven, één van de oorspronkelijke bewoners van Nederland, in opstand tegen de Romeinen. Verschillende castella, waaronder die op het huidige Domplein, werden platgebrand. Waarschijnlijk dacht de Romeinse officier van wie deze munten waren dat zijn geld het veiligste zou zijn onder de grond. En in die zin was dat ook waar, aangezien in die tijd niemand het geld heeft gevonden. Maar de officier heeft ook zelf het geld nooit meer opgehaald. Toch vreemd, aangezien het maar liefst twee jaarsalarissen betrof.

Toen deze bijzondere schat werd gevonden, bestond deze uit vijftig gouden munten (aurei). De munten zijn geslagen vanaf de regeerperiode van keizer Augustus tot aan het Vierkeizerjaar (68-69). Dat wil zeggen: het zijn de gangbare munten die in het jaar 69 na Chr. in omloop waren, vlak voor de opstand uitbrak. De periode waarin de munten zijn geslagen, herken je aan de afbeeldingen die op de munten te zien zijn. Dat was vaak de keizer die op dat moment heerste aan de ene kant en een afbeelding waarmee de keizer zich identificeerde aan de andere kant.

Geschreven in opdracht van het Centraal Museum.

Geschreven door Lotte Drouen