Geen gezicht, die heiligen in de Domkerk
Vaak vallen monden open als bezoekers de kapel van Arkel in de Utrechtse Domkerk binnenstappen. Daar zien ze de beeldengroep ‘Sint Anna te drieën’ aan de oostwand, waarvan de meesten hun gezicht missen. Alleen God de vader heeft nog een stukje van zijn hoofd. In het geheugen komt de term ‘Beeldenstorm’ vast voorbij, maar was het wel die gebeurtenis die 9,5 heiligen in de Domkerk hun gezicht kostte?
Tijdens dé Beeldenstorm van 1566 – waarover je leert op school – lieten vernielers de Domkerk en andere kapittelkerken met rust. Daar zaten namelijk de machtige lieden, met een sterk netwerk binnen adel en bestuur. Waarom daar je vingers aan branden als er genoeg andere kerken zijn in Utrecht? De vandalen richtten zich op parochie- en kloosterkerken van de strengste kettervervolgers. Deze kerken kregen het zwaar te verduren tussen 23 en 25 augustus in 1566.
14 jaar geworstel tussen belangen
Alle betrokkenen van die Beeldenstorm werden opgespoord onder leiding van de hertog van Alva – die in 1568 naar Utrecht kwam. Van de 220 veroordeelden werden er 65 geëxecuteerd. Samen met de gehate belastingmaatregelen en de inkwartiering van Spaanse soldaten leidde dit tot een groeiende anti-Spaanse houding onder Utrechters. De sfeer was grimmig. Maar de situatie leek enigszins te verbeteren toen de Spaanse troepen vertrokken na het beleg van de Vredenburg in 1577.
De rust was van korte duur. Terwijl de stad langzaam maar zeker transformeerde van bisschopstad tot bolwerk van calvinisme, worstelde men met de tegenstrijdige belangen van de calvinisten en de katholieke meerderheid. Dit leidde tot nieuwe spanningen – en uiteindelijk tot een tweede Beeldenstorm op 11 juni 1579. Hierdoor kregen de calvinisten nog meer kerken tot hun beschikking.