Tabaksteelt van Amerongen: sigaar uit eigen doos

4 min

Met de toenemende welvaart in de 16de en vooral 17de eeuw nam het gebruik van genotsmiddelen in ons land, de Republiek der zeven Verenigde Nederlanden, sterk toe. Er was een echte rookcultuur. Nederlanders stonden in het buitenland dan ook te boek als zware drinkers en rokers. Vooral de aanblik van pijprokende vrouwen en hun pikzwarte tabakstanden was voor de ons land bezoekende vreemdeling een hele schok.

Op de relatief zonnige zuidzijdes van de Heuvelrug gedijden de tabaksplanten goed. Het werd een succesvolle bedrijfstak. Onder meer in Amerongen en Rhenen bloeide de tabaksteelt op. Bijzonder was dat in Nederland broeibakken werden gebruikt om de jonge planten in te kweken. Het klimaat was immers niet warm genoeg. Na 1635 werden deze broeibakken in heel Europa gebruikt; het kweken van zaadjes op deze wijze werd de Hollandse methode genoemd. Ook de speciale droogschuren waren een Nederlandse uitvinding.

Schapen

De tabakscultuur had een grote invloed op de landbouw, de dorpen en het landschap rond Amerongen. Niet alleen redde de tabak de boeren van de agrarische depressie in de 17de eeuw, maar ook leidde het tot een intensiever gebruik van de landbouwgrond. De tabaksveldjes en de droogschuren domineerden nu het landschap.

Het zorgde daarnaast voor een stimulans van schapenhouderijen; de schapenpoep werd als mest gebruikt. Ook de sparren- en elsenbossen stonden in dienst van de tabakscultuur. Zo wordt het deel van het Amerongse bos aan de Veenseweg het Spijlenbos genoemd. Dit herinnert aan de functie van de bosbouw voor de tabaksteelt. Het hout was immers nodig om de tabak te drogen.

Teloorgang

Na een succesvolle tabaksteelt in de 17de en 18de eeuw begon halverwege de 19de eeuw de achteruitgang. Concurrentie, verandering van rookgedrag en andere factoren speelden hierin een rol. 

Tabakkers zochten naar een andere inkomstenbron. Alleen in Amerongen en Rhenen zetten de boeren de tabaksteelt voort. De twee wereldoorlogen zorgden tijdelijk nog voor een flinke opleving, maar na 1960 verdween de tabakscultuur voorgoed.

Aanvullende informatie