Gerard van Heukelum en de kerkbouw van Utrecht
De katholieke geestelijke Gerard van Heukelum heeft in de tweede helft van de 19de eeuw een cruciale rol gespeeld bij de kerkbouw in het bisdom Utrecht. Deze kunstkenner was verwoed verzamelaar van middeleeuwse kerkelijke kunst en pleitbezorger voor de neogotische bouwstijl.
Gerardus Wilhelmus van Heukelum (1834-1910) was zoon van een welgestelde baksteenfabrikant uit Pannerden. Hij groeide op in een sfeer van culturele belangstelling. Zijn opleiding tot priester voltooide hij aan het grootseminarie Rijsenburg, waar Andreas Ignatius Schaepman president was. Hij reisde veel, ook naar het buitenland. De bouw van de Keulse dom - die in de 19de eeuw eindelijk werd voltooid - wekte zijn interesse voor de kunstgeschiedenis.
Bouwheer en beschermheer
Na zijn priesterwijding in 1859 werd Van Heukelum kapelaan aan de Utrechtse Sint-Catharijnekerk, een middeleeuwse kloosterkerk. Even later werd daar de eerdergenoemde Schaepman benoemd als de nieuwe pastoor. Ze deelden de pastorie én hun passie voor kunst. Er ontstond een vriendschap. Toen Schaepman in 1868 aartsbisschop van Utrecht werd, betrok hij Van Heukelum bij de restauratie van de Sint-Catharijnekerk. Van Heukelum contracteerde onder anderen de Duitse beeldhouwer/schilder Wilhelm Mengelberg die hij kende van het Keulse domproject. Schaepman trad op als beschermheer voor Van Heukelum, aan wie voortaan elk bouw- en restauratieplan moest worden voorgelegd en die namens het aartsbisdom optrad als bouwheer voor veel kerken.