Gerrit en Piet van Stadsmuseum Woerden
UtrechtAltijd gaat in de serie Uit ’t veld op bezoek bij erfgoedlocaties in de provincie Utrecht en maakt kennis met de mensen achter de schermen. In deze aflevering van Uit ‘t veld ontmoet je Gerrit Kuip en Piet van Hulten, vrijwilligers van klusteam bij Stadsmuseum Woerden. ‘Bij de opening van een nieuwe tentoonstelling loop ik stiekem trots rond.’
Wat doen jullie in het klusteam van het Stadsmuseum Woerden?
Piet (rechts op de openingsfoto): ‘Wij komen in actie als er een nieuwe tentoonstelling aankomt. Meestal werken we een week flink door om de lopende tentoonstelling te wisselen voor de nieuwe. Het hele museum ondergaat dan een transformatie, op de Vroedschapszaal en de Romeinse zolder na. Die blijft hetzelfde.’
Gerrit: ‘Dat betekent dat we eerst alle muren leeghalen en de schroefgaten dichten. Dan pakken we het plan van de conservator Stephanie erbij. Ze heeft bedacht welke kleur er op de muur komt, welke schilderijen waar komen te hangen, waar de teksten komen en hoe objecten tentoongesteld worden. Stephanie is van de creativiteit, wij van het praktische. Als wij vinden dat een schilderij bijvoorbeeld hoger moet dan Stephanie wil, dan bespreken we dat. Met andere woorden, we worden serieus genomen en dat werkt heel fijn samen.’
Piet: ‘De weken voorafgaand aan de verbouwing gaan we inventariseren. Hoeveel sokkels zijn er nodig, hebben we die? Komen er kwetsbare stukken in de tentoonstelling, en kunnen we die goed beschermen? Is er genoeg verf in bijvoorbeeld de kleur limoncello? De tentoonstellingswissel is de grootste taak van het klusteam, maar tussendoor repareren we ook wel eens wat. Een losse klink of een kapotte lamp. We mogen echter niet alles doen. Het pand is namelijk een monument dus met reparatie en onderhoud gaat veel voorzichtigheid en ambacht gepaard. Dat mogen, kunnen en doen we niet allemaal zelf.’
Gerrit: ‘Laatst hebben we de belichting onder handen genomen. Met hulp van de leverancier van de lampen. Het is een hele kunst om schilderijen goed uit te lichten. Op schilderijen en tekeningen mag een bepaalde hoeveelheid licht komen. Daar zet je niet de felste lamp recht van voren op. We kiezen voor meerdere lampen met een lage lichtintensiteit die van bovenaf schijnen. Dat is ook beter voor het materiaal. Dat is mooi hoor, als de werken zo goed uitgelicht zijn.’