Hendrik Eemkens, een Utrechts ‘slachtschaapken van Christus’
In onze streken begon de Hervorming in de 16e eeuw met het optreden van de wederdopers. Zij werden streng aangepakt. Van alle door de katholieke overheid terechtgestelde protestanten vormden zij de grote meerderheid. Zij werden onthoofd, verdronken, levend begraven of verbrand. Meestal gingen de wederdopers blijmoedig zingend de beul tegemoet, zij zagen hun dood als een bruiloft met Christus.
De wederdopers waren meestal kleine luiden: kleermakers, ketellappers, timmerlieden, lantaarnmakers en hun vrouwen en kinderen. Vooral in het noorden van ons land waren ze te vinden. Wederdopers wilden strikt volgens de bijbel leven, pas dopen na volwassenwording en leefden in verwachting van de aanstaande wederkomst van de Heer. Door barre armoede rond 1530 werden zij radicaal en overvielen met geweld kerken en kloosters. Zij keerden zich daarmee tegen de katholieke kerk, maar ook tegen de overheid.