Hoe hennep uit Rusland in Oudewater terecht kwam
Van de akkers rond Oudewater kwam lange tijd voldoende vezelhennep om de touwslagers in de regio van garens te voorzien. Daar kwam een einde aan in 1672. Toen werden de polders onder water gezet om het Franse leger op afstand te houden. Een probleem. Want waar moesten de touwslagers hun hennep vandaan halen? De oplossing kwam van ver: uit het Russische Oostzeegebied.
Vezelhennep groeide welig op de akkers rond de Krimpenerwaard en Hekendorp. Onder meer dankzij de rijke fosfaatlaag in de grond, een mineraal dat volop in koeienmest zit. Vandaar ook dat boeren rond Oudewater al hun mest naar de akkers brachten. Want hoe meer fosfaat in de grond, hoe beter de hennep groeide. Toen het gebied in 1672 onder water gezet werd om de Fransen op afstand te houden, konden boeren hun koeienpoep niet meer kwijt op de akkers. Twee jaar lang stond het gebied onder water. Daardoor verdween ook de fosfaatlaag. Een tegenvaller voor de verbouwers van hennep.