Aan het werk!

Het einde van een bijzonder Utrechts woonschip

8min

In de zomer van 2023 opende de Utrechtse Muntsluis bij uitzondering haar deuren. Wat erdoorheen ging was het drijvende fundament van een oud woonschip. De gemiddelde voorbijganger bezag het gehavende casco vermoedelijk als een aftands stuk roest waarvan de waarde slechts wordt uitgedrukt in de prijs voor de kilo’s oud-ijzer. Op het moment dat je dit leest, is dit ook precies wat hiervan is overgebleven. Toch is dit weinig eervol voor een schip dat namen droeg als Twee Gebroeders, De Krekel en De Uitkijk en waar bij elke naam afzonderlijk een interessante historie hoort. Met het vertrek verloor Utrecht een bijzonder stuk maritiem erfgoed. De oude aak die na haar werkzame bestaan nog ruim 70 jaar een huishouden droeg, verdient het om -postuum- voor het voetlicht te worden gehaald.

Bijna 62 jaar lang lag ze als woonschip langs de Billitonkade in Utrecht waar ze vergroeide met het straatbeeld. Ze was een typisch voorbeeld van een traditioneel woonschip: een rechte doos op het casco van een oude schuit. Wie goed keek, zag kleine reparaties in de boeg en de dubbele rij loze gaten in de ‘neus’. Het zijn sporen uit een bijzonder verleden.

Riviervisser

Over het begin van het bestaan van de aak is niets bekend. Maar ergens vóór WO I is de Duitse grootpachter Lisner haar eigenaar. In niets lijkt de aak meer op het zeilende vrachtschip dat zij oorspronkelijk was. Ze is verbouwd tot waalschokker, specifiek voor de riviervisserij, met aan boord een Nederlands gezin dat paling vangt.

Tijdens de Eerste Wereldoorlog raakt Lisner in financiële problemen. De rijke Heerewaardense herenboer en steenfabrikant Harry Kosters koopt in 1920 een aantal waalschokkers. Kosters geeft de vissersschepen de naam Twee Gebroeders -naar zijn twee zoons- met een volgnummer.

Ruim 10 jaar later gaat het Kosters ook niet voor de wind. In 1932 koopt riviervisser Evert Verbeek de verbouwde aak. Na zijn overlijden in 1944, komt het schip in handen van zijn broer Dirk en zijn vrouw.

Tijdens WO II worden de waalschokkers aanvankelijk ongemoeid gelaten omdat ze geen vracht vervoeren en men hoe dan ook moet eten. Helaas verandert de situatie als de Duitsers de greep op de oorlog verliezen en uit nijd schepen bombarderen. Daarop besluit de familie Verbeek hun Twee Gebroeders tijdens hoogwater op de wal te zetten. Het blijkt geen overbodige maatregel want op een dag wordt de waalschokker met granaten bestookt. Een ervan komt naast het schip tot ontploffing. De scherven vliegen dwars door de boeg waarachter zoon Henk in zijn kooi ligt te slapen. Wonderlijk genoeg wordt hij niet geraakt. De gaten worden gedicht met plaatjes. Na de oorlog gaat het schip weer te water en pakt men het vissersleven weer op.

In 1950 koopt Henk het schip van zijn vader. Het zijn de nadagen van de riviervisserij. Paling is er nog wel maar de smaak van vervuiling dringt er in door. Begin jaren vijftig raakt de aal onverkoopbaar en stopt het werkzame leven van de Twee Gebroeders. Vanaf 1953 gebruiken Henk en zijn vrouw de waalschokker in de haven van Heerewaarden alleen nog voor bewoning.

Woonschip

Getroffen door de naoorlogse woningnood zoeken de jonge Elly en Joop Baaren woonruimte. Zij komen de Twee Gebroeders op het spoor. Op 12 december 1956 kopen ze de oude riviervisser voor de prijs van f 4.000,-, inclusief “loopbrug, landvasten, 3 ankers, 2 x 35 meter staaldraad, 1 x 40 meter staaldraad en 1 x 35 meter staaldraad, verdere sluitingen en kettingen”. De scheepsnaam veranderen zij in De Krekel. Achter een sleepboot zetten ze koers naar Vreeswijk dat dicht bij Joops werk ligt. Van Rijkswaterstaat mag De Krekel aan het jaagpad blijven liggen.

Hoewel Joop en Elly de koning te rijk zijn met hun onderkomen, is het wonen aan boord van deze voormalige vissersschuit oncomfortabel en bewerkelijk. Nutsaansluitingen zijn er niet. ’s Winters is het koud en het dak van de opbouw lekt waardoor potten en pannen regen- en condenswater moeten opvangen. Regenwater stroomt dan ook nog, net als vroeger, via het houten dek in het ruim dat regelmatig moet worden leeggehoosd.

In kleine stappen brengen de Baarens veranderingen aan. Toch blijft het behelpen en in 1960 kiezen Joop en Elly voor een rigoureuzere aanpak. De Krekel wordt gestript en krijgt een compleet nieuwe opbouw waarna het wonen een stuk prettiger wordt. Uit verlangen naar een meer stedelijke omgeving verkassen Joop en Elly in 1961 naar de Utrechtse Billitonkade.

In 1987 wordt de opgebouwde aak verkocht. De nieuwe eigenaar verandert de naam in De Uitkijk. Deze naam eer aandoend ligt het schip vervolgens nog vele jaren in de Oude Rijn waar ze uitkijkt op een omgeving die door de tijd verandert van een industriegebied in een woonwijk. In stilte verzonken verandert het woonschip zelf ook, geholpen door de tand des tijds.

En zo, met de laatste eigenaar aan boord, die er uiteindelijk voor koos om De Uitkijk te verruilen voor een woonark met een betonnen casco, verwerd het oude woonschip langzaam tot een onappetijtelijk geval waarbij niemand de verhalen hoorde of zag van de plaatjes in de boeg en de gaatjes in de scheepsneus. Het waren getuigen van de onvermoede en onbekende verhalen van de oorlog, de woningnood en van de palingvisserij uit lang vervlogen tijd.

 

Bronnen

- De vissers van Maas en Waal door Edward P. de Groot, uit Spiegel der Zeilvaart 1980/5.
- So fischte man am Niederrhein door Werner Böcking, uitgegeven door Boss-Verlag Kleve, 1988.
- Aken door Boudewijn de Haas, Hein Sommer en Bart Vermeer uit Schepen die Blijven – Type- en scheepsbeschrijvingen van Nederlandse historische bedrijfsvaartuigen, uitgave Landelijke Vereniging tot Behoud van het Historisch Bedrijfsvaartuig, 1999.
- ’Waalschokkers’ zijn geen schokkers door Gijs Sepers, uit Spiegel der Zeilvaart 2000/8.
- Aalschokkers Erobern den Preußischen Rhein - Entwicklung der Fanggeräte für den Aalfang door Werner Böcking, uitgave Emmericher Geschichtsverein, 2004.
- Bezoekerscentum De Grote Rivieren in Heerewaarden.

 

Met dank aan

• Henk Verbeek, oudpalingvisser en oudbewoner
• Elly Baaren, oudbewoner
• Gijs Sepers, oudpalingvisser en amateurhistoricus

• Maarten van de Krol, Project Stalen Woonschepen Utrecht
• Ed Landsmeer, Sleepdienst Lotus

 

Download hier de inventarisatie van Utrechtse woonschepen, uitgevoerd door Cisca de Ruiter in opdracht van de provincie Utrecht.

Geschreven door Cisca de Ruiter Project Stalen Woonschepen Utrecht & Museumwerf Vreeswijk

Extra info