Het Groot Gaesbeeker Gilde van Soest
Traditie is niet het bewaren van de as, maar het brandend houden van het vuur, is de missie van het Groot Gaesbeeker Gilde of Sint Aechten Schuttersgilde van Soest, de oudste vereniging in de gemeente Soest waarvan de historie teruggaat tot het midden van de 14de eeuw. Door de eeuwen heen is haar rol telkens aangepast aan de maatschappelijke ontwikkelingen. Ook tegenwoordig vervult het gilde een belangrijke verbindende rol in de plaatselijke gemeenschap.
Het Soester gilde is als schutterij ontstaan in een periode van continue strijd tussen de bisschoppen van Utrecht, de graven van Holland en de hertogen van Gelre. Doel was met name het beschermen van de vaak toch al povere bezittingen van de inwoners in Soest. Het gilde koos Sint Aechten als patroonheilige vanwege haar beschermende kracht tegen branden en plunderingen. De schutters van het gilde waren zeer bekwaam en werden ook ingezet buiten Soest, zoals bij de verdediging van Naarden in 1481. Als represaille daarvoor werden bezittingen in Soest op kerstnacht plat gebrand.
Al in de 14de eeuw beschikte het gilde over eigen landerijen die verpacht werden onder de leden. In het begin van de 15de eeuw werd dit bezit uitgebreid met een schenking door Jacob van Gaesbeek, Heer van Soest, als boetedoening voor de manslag op zijn zoon Antonie in Soest. Zijn naam en wapen zijn sindsdien onlosmakelijk verbonden met het gilde.