Het Hof van Utrecht
Rechtbanken, je hoopt er zo min mogelijk mee te maken te krijgen, maar soms is het niet anders. Dat is nu zo en dat was vroeger ook zo. Maar vroeger zat het systeem wel best ingewikkeld in elkaar.
Als een stad in de middeleeuwen stadsrechten kreeg, dan mocht de stad ook een eigen rechtbank hebben, een ‘stadsgerecht’. De schepenen, vergelijkbaar met de wethouders nu, waren dan de rechters. Een stadsgerecht had de ‘hoge jurisdictie’ en dat betekent dat zij ook lijfstraffen mochten geven. Dorpen hadden ook wel rechtbanken, maar die hadden alleen de ‘lage jurisdictie’, die mochten geen lijfstraffen geven. Dus als iemand beschuldigd werd van moord buiten de stadsgrenzen, moesten ze naar de landsheer, de bisschop. En die had als strengste straf excommunicatie, uitsluiting van de kerk. Dat hield in dat je niet kon trouwen en dat je niet begraven mocht worden in je gemeenschap. Voor gelovigen natuurlijk een regelrechte ramp. In een grote stad was er ook nog eens een rechtbank van de gilden, die zich bezig hield met zaken die met bedrijven te maken hadden.